Vaderlandsche historie. Deel 23

't Genootschap Pro excolendo jure Patrio te Groningen opgerigt.

Aan de zugt eeniger Aanzienlyke Persoonen, tot eene gegronde kennis van het Vaderlandsche Regt, was in Groningen een Genootschap, ten Zinspreuke voerende pro excolendo jure patrio, de geboorte verschuldigd. Het werd, in Sprokkelmaand deezes Jaars, tot stand gebragt, wanneer de Hoogleeraar nicolaus engelhard, 't zelve met eene gepaste Redenvoering inwydde, en een Genootschap, 't geen zo veel hy wist, éénig in zyn soort was aanmoedigde. Het oogmerk der Leden strekte om in te dringen tot de kennis der Gronden van onze Regeering en Vaderlandsche Wetten; zy bepaalden zich, ten dien einde, niet alleen, tot het onderzoek van het Staats- en Burger-regt der Vereenigde Nederlanden; maar strekten hun plan uit, tot alles wat daar toe rechtstreeks, of van ter zy-

[p. 191]

de, kon dienen, uit de Taal- en Oudheidkunde, zo wel als uit de Natuurlyke Historie van ons Vaderland, om zich dus den arbeid dier Medeleden, welker Letteroefeningen de Regtsgeleerdheid niet volstrekt bedoelden, mede ten nutte te maaken^(*). En de Inrigting zelve en de Naamlyst der Leden, vervuld met een aantal geagte Mannen, bekend voor arbeidzaame Beoefenaars dier Weetenschappen, deedt de gegrondste hoope opvatten, dat de schoot diens Genootschaps veel goeds zou baaren.

(*) Verhandelingen ter naspooringe van de Wetten en Gesteldheid onzes Vaderlands, door een Genootschap Pro excolendo Jure Patrio, I Deel.