kennen, dat hy meende een Waterwerktuig te zullen kunnen vervaardigen, 't welk nauwlyks de helft zou kosten van een Schepradmolen, en dat, zonder wind te behoeven, zo veel zou uitwerken, als tien Schepradmolens, wanneer zy aan den gang waren. Zyn voorstel werd met graagte gehoord, en vondt zo veel goedkeurings, dat gemelde Heeren, dit niet alleen Staaten van Holland bekend maakten; maar ook in overweeging gaven, of zy niet zouden kunnen goedvinden om, wegens eene zaak van dat belang, eenige Heeren te gelasten om met genneté nader te spreeken, en hun te volmagtigen, om, wanneer zy waarschynlyk een goeden uitslag voorzagen met hem, wegens het vervaardigen, en de belooningen in gevalle het goed bevonden wierd, onder der Staaten goedkeuringe, eene overeenkomst te treffen. Dit verzoek geschiedde by eenen aanpryzenden Brieve in Louwmaand des Jaars mdccli. Zeer ras kregen zy een voldoend Antwoord, en werden Dykgraaf en Hoogheemraaden van Rhynland gemagtigd, overeemkomstig het gedaan verzoek, met genneté te handelen. Zy troffen, in de volgende maand eene Overeenkomst, de Kosten der Bouwstoffen, de Arbeidsloonen, de Huur van de plaats, noodig om het Werktuig op te rigten, zouden voor Rekening van den Staat komen; en beantwoordde 't zelve aan de verwagting, dan zou de Uitvinder een Jaarrente van Duizend Dukaaten erlangen.