Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– Auteursrechtvrij
[pagina 160]
| |
relddeelen uitstrekte, op een voorstel in 't einde van Zomermaand gedaan, vóór 't begin van Oogstmaand te eindigen, stemde het daar in mondeling toe: doch wat het aangaan van den Afzonderlyken Vrede, onafhangelyk van den Algemeenen aanbelangde, moest de Koning eerst de toestemming van het Weener Hof bekomen. Deeze volgde, onder uitdruklyk beding, dat 'er niets in zou vastgesteld worden, strydig met het belang van 't Huis van Oostenryk. - Engelands uitnoodiging aan Frankryk om eenige bepaalde openingen te geeven, wegens de gronden tot een Vergelyk, bragt dit Ryk in de onaangenaame omstandigheid om zynen Vyanden te doen weeten, welke gunstige voorwaarden het aanboodt, om tot herstel des Vredes te geraaken; maar de verwagting dat Engeland waarlyk den Vrede bezinde, en de verzekerdheid van de aanneemelykheid der voorwaarden, deedt die Kroon besluiten, eene breede Opgave deswegen te laaten opstellen. |
|