Vaderlandsche historie. Deel 23

Het Huwelyk van den Prins van Nassau Weilburg met Carolina voortgezet.

Ons Geschiedblad vermeldde hoe, in den voorleden Jaare^(†), Gelderland, Zeeland, Friesland, Cveryssel, met Stad en Lande tot de Egtverbintenisse van Prinses carolina, met den Prins van nassau weilburg, hunne Toestemming gaven; hoe de Leden der Utrechtsche Staatsvergaderinge deswegen niet zamenstemden; als mede hoe deeze zaak by Holland, door oneenpaarigheid, nog hing. Vyf Gewesten geheel, volgens 't oogmerk

(†) Zie hier boven bl. 34. 40.

[p. 105]

der overleedene Gouvernante, in dit Huwelyk bewilligende, terwyl in de twee overige eenige Leden, om voor heen bygebragte redenen, zwaarigheid bleeven maaken, beslooten de Hooge Gelieven de voltrekking van hunnen Egt voortgang te doen hebben op den vyfden van Lentemaand deezes Jaars. Zyne Koninglyke Majesteit van Groot Brittanje, haare Hoogheid Mevrouwe de Prinsesse Weduwe van Oranje en Nassau, toeziende Voogden van de Erfstadhouderlyke Kinderen; de Hertog van Brunswyk, bestuurende Voogd in de Vereenigde Nederlanden, en de Regeerende Hertog van Brunswyk, bestuurende Voogd in de Duitsche Staaten, hadden éénpaarig daar toe verlof verleend.