Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijVan geen gevolg, elk gaf den ander de schuld van het volduuren des Krygs.Men zag in Engeland dit Antwoord aan als een teken, dat de Vrede deezen Zomer niet zou getroffen worden, het laaten verloopen van bykans vier maanden hieldt men voor een blyk, van geene hartlyke belangstelling in de gedaane aanbieding; en dat men van dien kant dezelve, met geene voeglykheid, kunnende van de hand wyzen, de toevlugt nam tot vertraagingen, vast beslooten hebbende ten minsten nog een Veldtocht te waagen. - Frankryk en Oostenryk hadden ook daar toe alle toebereidzels en schikkingen gemaakt. - Zo ongunstig als men in Engeland over de Vreegezindheid van Partyen oordeelde, zo ongunstig dagt men aan den anderen kant over de opregtheid van het Engelsche Hof in den gedaa- | |
[pagina 96]
| |
nen voorslag. Zeker was het dat, op den negenden van dien eigensten Slagtmaand, wanneer de Hertog van brunswyk eenige dagen laater den bovengemelden Voorslag deedt, de Koning van Engeland met den Koning van Pruissen eene Verbintenis hadt aangegaan, strekkende om de voorgaande te vernieuwen, en te bekragtigen, daar by zich verbindende, om in ééns aan zyne Pruissische Majesteit de som van 670,000 Ponden Sterling te schieten; welke som deeze zich verbondt te besteeden, tot het in standhouden en vermeerderen zyner Legermagt, om hunne gemeene zaak, op de kragtdaadigste wyze, voor te staan; teffens onderling bepaalende om geen Vrede te sluiten, geen Bestand aan te gaan, geen Onzydigheid te omhelzen, of iets van dergelyk een aart te doen met de Mogenheden, die deel in den Oorlog genomen hadden, dan met wederzydsche toestemmingGa naar voetnoot(*). Ingevolge hier van werd de Oorlog voortgezet. |
|