Vaderlandsche historie. Deel 23

Ontwerp van Overeenkomst, naar 't begrip van het Engelsche Hof.

By dit schor luiddende Vertoog, ging een Ontwerp van Overeenkomst, naar 't beprip des Engelschen Hofs, hier in bestaande. ‘Dat wederzyds verklaard zou worden, dat het VIII Artykel des Tractaats van mdclxxiv, zich geenzins uitstrekte, noch behoorde te worden uitstgelegd zich uit te strekken, tot het verleenen van zodanige vryheid aan de Onderdaanen en Schepen der wederzydsche Verdraagende Mogenheden, om te mogen vaaren en handeldryven na eenige Volkplantinge, Bezittinge, of Plaatze in America, toebehoorende aan de vyanden van zodanig eene Mogenheid, welke in Oorlog zou geraakt zyn; noch om na America of na eenige Volkplantinge, Haven of Plaats daar in gelegen, te mogen voeren, of wederom van zodanig eene Volkplanting, Haven of Plaats te brengen, van eenige Plaats binnen de Grenzen van America, eenige Goederen of Koopmanschappen, welke

[p. 58]

in eigendom toebehoorden aan de Vyanden van zodanig een Mogenheid, als dan in Oorlog weezende, of komende te geraaken. - Als mede dat het gemelde VIII Artykel zich niet uitstrekte, noch behoorde verstaan te worden zich uit te strekken, tot bescherminge van eenige Goederen of Koopmanschappen, in eigendom toebehoorende aan de Vyanden van een der beide in Verdrag treedende Mogenheden, onder voorwendzel van het Voorregt en de Vryheid, by het meergemelde Artykel toegestaan, in gevalle de Goederen waren gelaaden, of de reizen met dezelve aanvang genomen hadden, in Schepen of Vaartuigen, toebehoorende aan de Vyanden van één der Verbintenis aangaande Mogenheden, welke in Oorlog zoude mogen zyn of worden ingewikkeld; welke practyk, in het Engelsch doorgaans genaamd wordt transhipping, in het Hollandsch overschepen.’