Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijWat men haar in Friesland, geduurende de Minderjaarigheid van den Prins, hadt opgedraagen.Korten tyd, naa de ontvangene leedmaar des overlydens van Mevrouwe de Gouvernante, hadden de Hooge Vergaderingen van Friesland, als mede de Magistraat, de Bevelhebbers der Burgerye, benevens de Kerkenraaden der Hervormde Gemeentens te Leeuwaarden, een staatlyk Rouwbeklag by deeze hoogbejaarde Vorstinne afgelegd. - Overeenkomstig met het Plan van Voorzieninge in Friesland beraamdGa naar voetnoot(*) hadden de Volmagten van 't Kwartier der Steden in Sprokkelmaand, beslooten aan deeze Prinsesse Douariere van Oranje en Nassau, de Raadsbestelling in de Steden van dit Gewest, geduurende de Minderjaarigheid haares Kleinzoons, en de | |
[pagina 27]
| |
Beslissing der Geschillen, welke deswegen zouden mogen ontstaan op te dragen; en dit volvoerd door eene Bezending van Burgemeesteren uit vier Steden, die zy bedankte voor het vertrouwen op haar gesteld, den opgelegden last gunstig aanneemende. Gelyk zy ook de opgedraage Begeeving der Rondgaande Ampten, welke voor de Steden van Friesland open vielen, welker Opdragten 's Jaarlyks aan den Erfstadhouder pleegen gedaan te worden, aanvaardde. |
|