Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– Auteursrechtvrij
[pagina 19]
| |
Tinnenkist of Lykbusse vervaardigd, welker fraay maakzel het oog veeler kykeren ten huize des Kunstnaars lokte, waar ze twee dagen van een ieder kon bezigtigd worden. Dezelve was achthoekig, naa het voeten einde vernauwende, zeer glad gepolyst; het dekzel eenigzins verheeven, met een schuins opgaanden rand, waar in, boven het Aangezigt een ovaal Glas, omfingd met de beeldtenis van eene zich rond krommende Slange, welker staart in den bek stak; boven op den kop der Slange waren de afbeeldzels van twee Menschen schonken, kruislings boven den anderen geplaatst, waar op een Doodshoofd rustte. De Hofzilversmit hadt het zyne toegebragt om deeze Lykbusse te vercieren, met een zilveren Plaat ter hoogte van het Hart, op het dekzel vastgehegt, waar de Wapens van haare Koninglyke Hoogheid, met een daar op toepasselyk Byschrift, pronkten. Onder deeze Plaat zag men den Tyd zeer Kunstig afgebeeld, door een vliegend Wicht, houdende in de eene hand een Seissen, en in de andere een ledig geloopene Zandlooper, met twee wieken aan 't boven einde, alles met een fraay loofwerk omvlogten. Een weinig laager was een Oranje- en Disteltak, verbeeldende de Verëeniging der Huizen van Engeland en Oranje; aan ieder van deezen twee takken hingen twee vrugten, en onder deeze twee takken stonden twee schreiënde Kinderen, zynde dit alles met keurlyk loofwerk omtoogen. Te weder zyden van het dekzel | |
[pagina 20]
| |
en den schuins opgaanden rand, was de afbeelding van een Eikentak, met Bladeren en Akervrugten, zinspeelende op de Oudheid van den Oranjestam. - Het Lyk in deeze Kist gelegd werd zo veel mogelyk tegen allen verderf bewaard; en die Kist vervolgens in een daar om voegende Eikenkist gezet. |
|