Volks lieden-boek(1785)–Adriaan Loosjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Aan de juffrouwen Elizabeth Bekker, weduwe Ds. Wolff, en Agatha Deken. Ontvangt dees Liedjes in uw gunst, o Heusche kunstvriendinnen! 'k Weet, dat uw harten wel de kunst, Doch meêr Natuur beminnen. Deez' Liedjes, voor het volk geschikt, Bestaa 'k u op te draagen En 'k heb voorwaar niet lang gewikt, Of ik dien stap zou waagen, Gy schryft tot nut van 't algemeen, Dat 's een lofwaardig poogen. In dees bedoeling zyn wy één..... [pagina 4] [p. 4] Nu van uw Kunstvermogen By 't myne.... maar tot vleyery Heb ik noch moed noch kragten: En 'k weet ook dat gy die van my Zult wenschen noch verwachten. 'k Heb u deez liedjes maar gewyd, Waar toe verzwyg ik 't langer, Om dat gy Liedjeszangsters zyt, En ik een Liedjeszanger. A. Loosjes Pz. Vorige Volgende