Geestelyke gesangen, opgemaekt door eenige godvruchtige sangers en sangeressen, en nu uyt verscheyde by een vergaderd
(ca. 1714)–Adriaan van Loo– AuteursrechtvrijStemme: Van den 100. Psalm.1. Myn Ziel heeft langen tijd gewagt,
Naar 't eindigen van dese nagt:
Want zonder Ster, of Zon, of Maan,
En kan ik niet een stap weegs gaan.
2. Ik leg geduerig in het zand,
Want niemand vat my by der hand,
Ik vreese dat ik storten zal,
In 't aller uiterst' ongeval.
3. Ik kan niet op de gladde baan
Des Werelds, zonder Leidsman gaan;
Ei! Zend u waarheid, zend uw' ligt,
En onderwijst my van u pligt.
4. Verdrijft de dikke duisternis,
Waar door ik u zoo dikmaal mis:
Mijn kranke ziele dog geneest,
| |
[pagina 78]
| |
En schenkt my weer een nieuwen Geest.
5. Mijn Ziel die leid schier als versmagt,
Terwijl den Zatan daar om lagt:
Ei! Opend, Heer, het is hoog tijd,
De Schat van uw' barmhertigheid
6. Dan zal ik sonder eind' of maat,
U loven met een bly gelaat,
Dan zal my noit ontbreken stof,
Om wat te zingen van uw' lof.
P. van Zorgen. |
|