Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put– Auteursrechtelijk beschermdGa naar margenoot+48 Een ander, dit kan gesonghen worden op de vose:Sout ghij noch langer truren, o Lucia lifste mijn etc.
| |
[pagina 266]
| |
Sus, sus lief iesuken teere, Godt heere, Godt heere,
Ghij sulst den liefsten sijn!
10[regelnummer]
Nu aldergrootsten Heere, leert mij toch wat dit bediet,
dat ghij hier dus cleijn en teere, en teere en teere
light naeckt om mij en schriet!
Comt al, ick sal t'u seghen: T'Vier der liefden en der dorst
doet mij dus weenende leghen, hier leghen, hier leghen
15[regelnummer]
in desen kauwen vorst.
Is dit o kint en Heere, drinckt toch dan naer uwen lust
allen t'bloet mijns herten teere, en meeer en meere
op dat gij wort gesust.
Soet kint, u lief ooghlonckxkens doet ons hert oock branden hier,
20[regelnummer]
u trantiens, die minne dronckxkens, en vonckxkens en vonckxkens,
steellen het al in vier!
Conninck groot, wij u geven in u lief handekens teer
geheel ons hert, siel en leven, en leven en leven,
Nu sus dan, krijt niet meer!
25[regelnummer]
U bidt ick, o Marie, voijt dat vier aen u bekent,
daer u kintien om komt schrije, komt schrije,komt schrije,
op dat het wort gestielt!
Soet manneken, ghij moet rusten. Dus ick eerst ras kussen wil
| |
[pagina 267]
| |
u lief mondeken met lusten, met lusten, met lusten,
30[regelnummer]
dan segh: Na na na stiel.
O weerde voijster vader ioseph bidt dit Godtlijck kint,
dat hij ons hier alle gaeder, te gaeder, te gaeder,
wil brenghen daer ghij bent.
fin.
|
|