Uytspanningen, behelsende eenige stichtelyke liederen, en andere gedichten(1727)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] Jesus getrouwe liefde voor de wereldt verkoren. HEt vinnig stralen van de Son, Ontschuyl ick in dees' lom-mer: Oh! of dit bosje klappen kon, Wat melden 't al een kommer? 2. 't Bekommert hert hier treuren gaat Als 't sig, helaas! bedrogen De wereld daar het hert op staat, En sijn beloft' vind logen. 3. Alleen mijn Herder altijt stuyrt, Na d' oude liefd sijn sinnen: Of 't weyg'ren lang hertneckig duyrd', Stantvastig duyrt sijn minnen. 4. Dies treckt mijn hertje nu soo seer, Soo seer, en ick sal 't wagen: Want die my hare min bi'en meer Haar minnen sijn maar vlagen. 5. Maar vlagen, die thans overgaan, En met een schicht vervallen. Ick sie alleen mijn Herder aan Stantvastig onder allen. 6. Maar of 't u miste blinde Maagt, Al vast verliest g' uw lusten. 't Is seker die geen lust en waagt, En vind nog heyl nog rusten. 7. Dus mijm'rend treck ick na mijn Son, En wagt hem in dees' lommer. Oh! of dit bosje klappen kon Wat melden 't al een kommer? 1 Maymaand 1659. Vorige Volgende