Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen
(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 151]
| |
Punt-digtenGa naar voetnoot* | |
Op eene weder-horige schoon van Lichaam.Ga naar voetnoot*Uw handen sijn wel sagt; sagt sijn uw teere wangen;
Uw armen sijn wel sagt; sagt sijn uw preuytsche gangen;Ga naar voetnoot2
Uw keel en stem is sagt: sagt is den ganschen treck
Uws aanschijns; 't is al sagt; hard is alleen uw Neck.Ga naar voetnoot3-4
| |
[pagina 152]
| |
Een trouw Dienaar.Ga naar voetnoot*Godt sonder trouw te dienen is so goedGa naar voetnoot1
Als Hem in trouw te dienen: dies ick (moetGa naar voetnoot2
Ick in dit leven met of sonder vrouw // sijn)
Wil Hem getrouwt / of ongetrouwt getrouw // sijn.
| |
Uyt-gelesen Boecken.Ga naar voetnoot*
Andries gy stoft op uyt-gelesen Boecken /Ga naar voetnoot1
En segt / gy hebt uw kas en Camer vol.Ga naar voetnoot2
So sijn uw kas / uw Camer en alle hoecken
Vol wijsheyd / maar uw hersens blijven holl.
5[regelnummer]
Wat baat'et u Andries of gy met pijn
En groote kost veel boecken t'saam vergadert /
En setse daar / en stoft daar op. Dan sijn
En staan sy wel bestoft, maar niet door-bladerd /
En niet door-bladerd / sijn sy wel gepresen /
10[regelnummer]
Wel uyt-gelesen, maar niet uyt-gelesen.
| |
[pagina 153]
| |
Verdraagsaamheyd.Ga naar voetnoot*
Verdraagsaamheyd (riep Diotreeph) verdragenGa naar voetnoot1
Moet d'een den and'ren / en hy had het noestGa naar voetnoot2
Met vrome Leeraars van haar plaats te jagen.
Nu sie 'k / hy meent verdragen naar het woest.Ga naar voetnoot4
|
|