Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen
(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd't Cruyce van een ChristenGa naar voetnoot*Al ist van Cruys, van leed / van droefheyd / van verdriet /
Dat ick dit Lied op heff / uyt smerte en is het niet:
Want Jesu lieve Heer! die my altijd verheugt /
Voor een pond cruys en leed wel duysend ponden vreugd!Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Dat ick geen aardschen schat / nog rust / nog lust geniet /
Noch op de wereld troost maar onlust en verdriet;
Dat is om uwent wil O Jesu lieven Heer!
Mijn schat / mijn rust / mijn lust / mijn hoop / mijn troost / mijn eer.
Gy vult al mijn gebreck / mijn nodelose sorg
10[regelnummer]
Staackt gy / als gy u stelt voor al mijn schulden Borg:
Dies wat ick lijden moet / O Jesu lieven Heer!Ga naar voetnoot11
Wil ick wel lijden / en / als 't u belieft / nog meer.
| |
[pagina 81]
| |
Dat ick des werelts schat weldoende missen moet /
Gedwongen of verschalckt berooft werd van mijn Goed:Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dat is om uwent wil O Jesu lieven Heer!
Dat wil ick lijden / en / als 't u belieft / nog meer.
Dat ick mijn siel met sorg voor so veel' haters hoe'en
En met veel arbeyd moet des liefdes pligten doen /
Dat is om uwent wil / O Jesu lieven Heer!
20[regelnummer]
Dat wil ick lijden / en / als 't u belieft / nog meer.
Dat ick mijn lichaam leuy tot neerstige arbeyd dwing /Ga naar voetnoot21
En om uw leedtjes teer met mijne lusten ding:
Dat is om uwent wil / O! etc.
Dat ick in nood of vrees op uw gebod my stel
25[regelnummer]
Tot vasten, en ter sonden-doot mijn lichaam quel:
Dat is om uwent wil / O! etc.
Dat ick my speen van lust, en voor de satheyd rijsGa naar voetnoot27
Met vake uyt den slaap / met honger van de spijs:Ga naar voetnoot28
Dat is om uwent wil / O! etc.
30[regelnummer]
Dat ick mijn vrienden / ja mijn dierbaar naaste bloed /
Als ick uw voetstap volg / van my vervreemt sien moet;
Dat is om uwent wil / etc.
Dat ick den bitsen steeck der monden vol fenijnGa naar voetnoot33
Verdraag / dewijl' mijn mond haar ziel wil balsem sijn:
35[regelnummer]
Dat is om uwent wil / etc.
Dat ick ondragelijck aan 't menschelijck geslagt
Des werelts uyt vaagsel ben verschopt / bespott / veragtt:
Dat is om uwent wil / etc.
| |
[pagina 82]
| |
Dat ick in haar oog na mijn eygen hersens leev'Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Daar ick mijn will' in d'uw geheelijk overgeev':
Dat is om uwent wil / O! Iesu lieven Heer /
Dat wil ick dulden / etc.
Als ick in desen all nog mis de vriendelijckheydGa naar voetnoot43
Van uwes Vaders gunst ter hoop- en hulp-loosheyd;
45[regelnummer]
Dat is om uwent wil / etc.
Ja dat de wagter self / die my sijn troost belooft /
Met mijne clagten spott / en sig mijn sleuyer rooft;Ga naar voetnoot46-47
Dat lijd ick al om u O Jesu lieven Heer
Ick wilt wel lijden / en / als 't u belieft / nog meer.
50[regelnummer]
'k Veragt Rijckdom en rust en 's vleesches lusten al /
En wat my 's werelts troost / of aansien geven sal:
Want Gy sijt (segg ick nog) O Jesu lieven Heer!
Mijn schat / mijn rust / mijn lust / mijn hoop / mijn troost / mijn Eer.
16. Loumaand 1659.Ga naar voetnoot54 |
|