Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen
(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
Hert-sterckte in Jehova
| |
[pagina 47]
| |
Sitten wy in treurig duyster /
Nog behoudt dat eeuwig Ligt
Al sijn glansch / end al sijn luyster /
Weerdig al ons Loff en digt.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Wis den Hemel is het all -Ga naar voetnoot25
Weerdig / en wy niet met al.
Mag die maar in Glory blinckenGa naar voetnoot27
Doe Hy dan vry dat Hy doet /
Of wy drijven / of wy sincken
30[regelnummer]
Wat Hy doet is even goed.
Wy sijn niet dan voor den Heer /Ga naar voetnoot31
En ons Heyl is in sijn Eer;
En sijn eer in al sijn wercken:
Als Hy ons dan sincken doet /
35[regelnummer]
Kunnen wy sijn lof maar stercken;
Wat Hy doet is even goed.
Wijsheyd sonder eynd' of paalGa naar voetnoot37
Sijn sijn wegen altemaal:
Sijn sy suerheyd / sijnse soetheyd /
40[regelnummer]
Laat ons altijd swijgen stil /
Want de wesentlijcke Goedheyd
Maackt het goed met dat Sy 't wil.
Quaad! segt somtijds ons gevoel /
End' ons wijsheyd mist haar doel:
45[regelnummer]
Maar soo wy de reden sagen
Waarom dus den Hemel koos /Ga naar voetnoot46
Bleeck ons wijsheyd was te traag / en
All'ons sinnen sinneloos.Ga naar voetnoot48
| |
[pagina 48]
| |
Vaack wy meenen 's Heren Eer
50[regelnummer]
Was op and're wijs veel meer
Dan op dese / te verbreyden:
En wy feylen in den vond /Ga naar voetnoot52
Om dat anders als wy seyden
In sijn Raad geschreven stond.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Ondoorgrondelijcken Raad!
Daar maar enckel wijsheyd staat.
On-naspeurelijcke Vonden!
On-berispelijck Besluyt!
On-bereyckelijcke Gronden!
60[regelnummer]
On-uyt-sprekelijck Beduyd!Ga naar voetnoot60
Raad, waar door den Hemel staat
En der Aarden wigt / en maat
Over-cundig uyt-gevondenGa naar voetnoot63
Over-constig is gestelt /
65[regelnummer]
En verordent sijn de stonden /
En de Sterren all' getelt.
Raad, waar na den Hemel sweeft /
En sig voegt wat is / of leeft:
Die de raderen en sneckenGa naar voetnoot69
70[regelnummer]
Van dit magtig uyr-werck drijft:Ga naar voetnoot70
En besorgt dat geen gebreck enGa naar voetnoot71
Sy / of yets te rugge blijft.
| |
[pagina 49]
| |
Raad, ons Min soo weerdig wis
Als de Goedheyd selver is.
75[regelnummer]
Wie soud' oyd om eygen voordeel
Wenschen dat dien Keten brack?
Of dat schatten in sijn oordeel
Ligter dan sijn ongemack?
Nutter ging dit gantsche Rond /
80[regelnummer]
Dan een myt daar van / te grond.Ga naar voetnoot80
Daar (dunckt my) verliest sig alle
Vryheyd / Vrienden / Rijckdom / staat;
Laat het sincken / laat het valle'
Als maar desen Raad bestaat.
85[regelnummer]
Soet geselschap! buygt uw knien /
Dat den Hemel 't ons doe sien /
En ons wille doe verdrincken;
Tot wy met verwondering
In dien Ocean versincken /Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
En vergeten alle ding.
Op 't Fort Nieuw Rees 28. in wintermaand 1673. |
|