Kers-nacht ende de naervolgende dagen tot onze lieve vrouwe lichtmis
(1736)–Joannes de Lixbona– AuteursrechtvrijOp de wijse: alsoo't begint.
MAria weest gegroet,
Door u is voort-gekomen,
Die van u, en om ons,
Ons vleesch heeft aengenomen:
Door u, en oock uyt u,
Soo dat men seggen moet,
Het Goddelijck Vleesch komt uyt u suyver bloedt.
Maria's soeten Naem,
Soet boven honinck-graten;
O suycker soeten Naem,
Wie is die u kan haten?
Mijn lippen zijn vol vreught,
Mijn hert, en ziel opspringht,
Als men Maria noemt,
Als men Maria singht.
Gy voedt u Schepper op,
O Maget gy zijt de Moeder
Van hem die is u Godt,
U Vader en u Broeder:
Gy spijst het eeuwigh Woordt,
Gy laeft zijn wonder dorst,
Gy geeft aen uwen Heer,
Uw' maeghdelijcke Borst.
|
|