Kers-nacht ende de naervolgende dagen tot onze lieve vrouwe lichtmis
(1736)–Joannes de Lixbona– AuteursrechtvrijOp de Wyse: alsoo 't begint.
IN't midden van dees koude nachten,
De liefde stoockt een vier,
In den stal wilt niet langer wachten,
Die het soeckt vint het hier:
Geen hert soo flauw, soo kout,
Of't wort terstont hier geheel ontsteken
Saligh hoey, saligh stalleken van Godt uytverkoren,
Saligh stroey, saligh Kribbeken
In u is geboren,
Het vier der liefde noyt gesien, noyt gesien te voren.
Dese liefde doet hier offerande,
Zy treckt het al tot haer,
| |
[pagina 8]
| |
Het Kint doet zy door haer vier branden
Nemt de Kribb' voor den Autaer,
Geen hert soo flauw, &c.
Den sneeuw, den wint uyt Noordsche Landen,
Bestormt het Celleken,
Siet de liefde nochtans blijft branden
In dit soete Kindeken,
Geen hert soo flauw, &c.
Kont gy hier maer een vonksken vinden // Een vonksken maer alleen,
Sal u hert in Godt verslinden,
En van twee maken een,
Geen hert soo flauw, &c.
Liedeken. |
|