spoorlijn op het menselijk verkeer. Zoals de invoering van treinen een vergroting van de schaal waarbinnen sociale processen zich afspeelden te weeg bracht, zo leidde de invoering van de statistiek tot vergroting van de schaal waarbinnen discussies plaats vonden. De statistiek intensiveerde de contacten tussen plaatsen, verhoogde de omloopsnelheid van gegevens en verkleinde dus de afstand tussen plaatsen. De statistische publikaties kunnen dus worden gezien als een innovatie op het terrein van transport: zij vormden een nieuwe communicatietechniek, die lokale groepen met elkaar verbond.
Wat de geschiedenis van de hygiënische statistiek gecompliceerd maakt, is dat de statistiek aanvankelijk niet slechts als een techniek of een methode werd gezien, maar als een wetenschap, die natuurwetten en causale relaties in de samenleving opspoorde en formuleerde. Pas in de loop van de jaren vijftig en zestig werd de statistiek meer in termen van een nuttige techniek gedefinieerd, met behulp waarvan men tendensen in de samenleving kwantitatief kon beschrijven. Het werkelijke wetenschappelijke onderzoek vond pas na die kwantitatieve beschrijving plaats (bijvoorbeeld met behulp van de psychologie). De statistiek behoorde toen pas tot de sfeer van de heuristiek.
In de handen van de hygiënisten was de statistiek weliswaar geen wetenschap die sociale wetten ontdekte, zij was wel een utilitair-wetenschappelijke
De Crutterstraat te Rhenen in het begin van de negentiende eeuw. Schilderij van Jan Hulswit (1766-1822) Niet alleen in de steden, ook op het platteland overheersten stank en smerigheid, althans naar moderne maatstaven. Een open en niet aangelegde goot waar het afvalwater zijn weg moest zien te vinden en een ongeplaveide straat waar atmosferische invloeden vrij spel hadden.
methode die met grote stelligheid voorspellingen kon doen, en de gewenste oplossingen voor de sanitaire misstanden kon aandragen. De sanitaire statistiek kon met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de betrekkingen tussen sociale en sanitaire misstanden enerzijds en de omvang van de sterfte en het voorkomen van volksziekten anderzijds aantonen. Sanitaire statistiek bepaalde de grenzen waarbinnen de gezondheid van een gemeenschap, onder gelijkblijvende omstandigheden, zich afspeelde. Impliciet was de statistiek van de hygiënisten dus een vorm van risico-analyse, ook al werd deze niet uitgedrukt in een kansverwachting. Had men eenmaal niet behulp van de statistiek en de plaatsbeschrijving de misstanden geanalyseerd, dan kon de gezondheidsleer de noodzakelijke technische oplossingen aandragen voor de hygiënische problemen in de samenleving. Zo moest de geneeskunde tot een techniek van de gezondheid van de gehele bevolking worden omgevormd - een techniek waarmee de verantwoordelijke autoriteiten in staat waren een effectief gezondheidsbeleid te voeren. Was de statistiek in de eerste plaats een techniek in termen van kennis en communicatie, de sanitaire voorzieningen waarover na 1850 druk werd gediscussieerd waren vooral technieken in de zin van materiële artefacten: leidingen, buizen, pompen, stoomgemalen, vuilniskarren,
composteerprocédé's, tonnen en filtreerapparatuur. Een belangrijk deel van de discussie handelde dan ook over constructiekwesties, over de keuze van materialen (lood, zink, soorten cement, hout en ijzer) en over een zo doelmatig mogelijke toepassing van energiebronnen. Er werd tevens gebruik gemaakt van bouwtekeningen en er werd veel gesproken over de financiële voorwaarden. Het relaas over de grote verscheidenheid aan oplossingen op dit terrein biedt een goede indruk van de technische moeilijkheden waarmee bijvoorbeeld ingenieurs in de negentiende eeuw worstelden toen zij sanitaire voorzieningen in het leven wilden roepen, die heden ten dage volstrekt vanzelfsprekend zijn. Ook wordt duidelijk dat de technische problemen nog voor een belangrijk deel voortkwamen uit de natuurlijke gesteldheid van het land. De aard van het grondwater (hoog zoutgehalte, ijzerhoudend), het geringe verval van rivieren, grachten en riolen, het geringe aantal waterreservoirs in de directe nabijheid van steden: al deze fac-