Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Idolen van de psycholoog (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Idolen van de psycholoog
Afbeelding van Idolen van de psycholoogToon afbeelding van titelpagina van Idolen van de psycholoog

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.63 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/psychologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Idolen van de psycholoog

(1964)–J. Linschoten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

aan mijn kinderen
frank, marjolijn, miriam, monica

[pagina 10]
[p. 10]
idola et notiones falsae, quae intellectum humanum jam occuparent atque in eo alte haerent, non solum mentes hominum ita obsedent, ut veritati aditus difficilis pateat, sed etiam dato et concessu aditu, illa rursus in ipsa instauratione scientiarum occurrent et molesta erunt, nisi homines praemoniti, adversus ea, se, quantum fieri potest, muniant.
bacon, Novum Organum, I, § 38.
L'objet de la psychologie est de nous donner une idée toute autre des choses que nous connaissons le mieux.

Arriver à s'étonner des habitudes; à considérer la surprise comme propable. Se faire une image des relations d'images; définir nos images par des relations ... Se faire du Moi un Non-Moi; et rapporter à un Moi tout le non-Moi - Toutes les Danaïdes au travail!
valéry, Analecta, p. 249 v.
[pagina 11]
[p. 11]

Voorwoord

Dit boek is de vrucht van kolleges, gegeven in de jaren van 1959 tot 1964. Er wordt een drievoudig doel in nagestreefd.

(1) De demonstratie van idolen (zoals Francis Bacon ze noemde) dus van vooroordelen en stilzwijgend gepasseerde vooronderstellingen, en van hun invloed op het wetenschappelijk denken. De onbescheidenheid van zo'n pretentie moet worden ingeperkt. Om de idolen van de psycholoog gaat het in hoofdzaak. De beschouwing gaat herhaaldelijk over in een psychologie van idolen ook buiten de psychologie. Deze heimelijke omkering van probleemstellingen is voor de uiteenzetting kenmerkend. Wie het met de gang van zaken eens is, zal van dialektiek spreken, anderen van sofistiek.

(2) De demonstratie van mogelijkheid en noodzaak van een objektieve, naar vermogen kwantificerende psychologie. De argumentatie volgt ten dele uit een nadere beschouwing van geesteswetenschappelijke redeneringen, waarvan wel de premissen, maar niet de konklusies worden overgenomen. Het staat de lezer vrij, te besluiten of er sprake is van vooroordeel, of van rechtvaardiging achteraf.

(3) Een en ander heeft konsekwenties voor de wijze waarop de psycholoog zijn wetenschappelijke en toegepaste aktiviteit ziet en uitoefent. Geprobeerd wordt, hierin iets minder onklaarheid te brengen.

Nu en dan is de diskussie levendig - maar uiteraard eenzijdig. Kollega's die zich door een ironische passage getroffen mochten voelen, mogen aannemen dat de auteur projekteert; dat hij in de klaarder formulering van een ander een eigen vroegere mening bestrijdt. Maar is het van belang, wiens mening wordt bestreden? Gaat het niet om het antibletisch objekt? Naar de mening} van de schrijver, stellig: het probleem is dat van psychologie als wetenschap.

Wat het ontstaan van het boek betreft, de stellingen waren er eerst, het materiaal ter staving is er eklektisch bijgezocht. In het licht van de later te verdedigen uitspraak dat een auteur nauwelijks iets verklarends over zijn eigen werk kan zeggen, behoeft men de vorige zin niet serieus te nemen. Het mag wel. Het zou interessant zijn wanneer de kritikus de werkzaamheid van menig idool in het denken van de schrijver zou aantonen - om op die wijze te demonstreren dat het boek in zijn ongelijk gelijk heeft.

[pagina 12]
[p. 12]

Wij begaan intellektuele blunders, zegt Huxley, omdat het onze belangen dient, of omdat zij van dien aard zijn dat wij er plezier aan beleven. Met genoegen werd het boek zeker geschreven - soms wel met passie. In één opzicht is de schrijver het dan ook met Van den Berg eens: wetenschap is een emotionele aangelegenheid. Maar, moet daar aan worden toegevoegd, in zo verre is het juist geen wetenschap, maar de bezigheid waarmee Jan of Hans zijn ledigheid, door onze maatschappelijke organizatie geschapen, weer vol maakt.

 

Mijn medewerkers A. Broerse en E.W.J. Zwaan dank ik hartelijk voor de zorgvuldigheid waarmee zij het manuskript hebben bekritizeerd. Zij hebben mij voor ettelijke blunders, idolen, en vooroordelen behoed; de overblijvende schrijf ik gaarne op hun rekening.

 

Zeist, maart 1964.
j. linschoten

 

prof. dr. j. linschoten overleed korte tijd na het verschijnen van dit boek. Het manuskript was toen geheel gereed. Slechts kleinigheden zoals enkele litteratuurverwijzingen moesten nog worden gekontroleerd. Sommige illustraties waren nog niet definitief bepaald, maar de bedoeling van de auteur in deze was bekend. De kompositie, hiernaast afgedrukt, is van zijn eigen hand. Aan de uitgave is een lijst van publikaties van de auteur toegevoegd.

a.c. broerse, e.j. zwaan

 

notities bij de tweede druk Behoudens enkele korrekties is deze druk indentiek aan de vorige. Er is een register toegevoegd voor de samenstelling waarvan wij mevrouw D.H.C. Frijda-Frank dank verschuldigd zijn.

Het is gebleken dat nogal wat lezers voor raadselen gesteld zijn door de op blz. 13 afgebeelde kompositie van de auteur. Hierin zijn verwerkt de diersymbolen voor de vier evangelisten, te weten leeuw, adelaar, os en mens. De mens is er vertegenwoordigd als ‘hersenschorsmannetje’ (zie blz. 411). Dr. Th.G. Sinnige was zo vriendelijk de bijbehorende téksten voor ons te vertalen. In het homerus-citaat (Ilias xxiii, 103-104) komen beide sleutelwoorden uit de titel voor: psuchè (ziel) en eidolon (schaduw, schim). De vertaling luidt: ‘Wel verdraaid, dan is er in de onderwereld toch nog een ziel over, in de vorm van een schaduw, maar benul zit er niet in’. De latijnse tekst bevat een der kerngedachten van het boek: ‘Wat de ziel is, is voor ons niet van belang te weten, maar wat haar eigenschappen en werkzaamheden zijn, interesseert ons in hoge mate’. Dit is een citaat uit vives, De anima et vita (332). Vives, aan wie Linschoten een (onuitgegeven) studie wijdde, leefde van 1492 tot 1540. Hij is te beschouwen als een voorloper van de empirische psychologie.

Amsterdam/Utrecht, zomer 1970

a.c. broerse, e.j. zwaan

[pagina 13]
[p. 13]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken