Wij begaan intellektuele blunders, zegt Huxley, omdat het onze belangen dient, of omdat zij van dien aard zijn dat wij er plezier aan beleven. Met genoegen werd het boek zeker geschreven - soms wel met passie. In één opzicht is de schrijver het dan ook met Van den Berg eens: wetenschap is een emotionele aangelegenheid. Maar, moet daar aan worden toegevoegd, in zo verre is het juist geen wetenschap, maar de bezigheid waarmee Jan of Hans zijn ledigheid, door onze maatschappelijke organizatie geschapen, weer vol maakt.
Mijn medewerkers A. Broerse en E.W.J. Zwaan dank ik hartelijk voor de zorgvuldigheid waarmee zij het manuskript hebben bekritizeerd. Zij hebben mij voor ettelijke blunders, idolen, en vooroordelen behoed; de overblijvende schrijf ik gaarne op hun rekening.
Zeist, maart 1964.
j. linschoten
prof. dr. j. linschoten overleed korte tijd na het verschijnen van dit boek. Het manuskript was toen geheel gereed. Slechts kleinigheden zoals enkele litteratuurverwijzingen moesten nog worden gekontroleerd. Sommige illustraties waren nog niet definitief bepaald, maar de bedoeling van de auteur in deze was bekend. De kompositie, hiernaast afgedrukt, is van zijn eigen hand. Aan de uitgave is een lijst van publikaties van de auteur toegevoegd.
a.c. broerse, e.j. zwaan
notities bij de tweede druk Behoudens enkele korrekties is deze druk indentiek aan de vorige. Er is een register toegevoegd voor de samenstelling waarvan wij mevrouw D.H.C. Frijda-Frank dank verschuldigd zijn.
Het is gebleken dat nogal wat lezers voor raadselen gesteld zijn door de op blz. 13 afgebeelde kompositie van de auteur. Hierin zijn verwerkt de diersymbolen voor de vier evangelisten, te weten leeuw, adelaar, os en mens. De mens is er vertegenwoordigd als ‘hersenschorsmannetje’ (zie blz. 411). Dr. Th.G. Sinnige was zo vriendelijk de bijbehorende téksten voor ons te vertalen. In het homerus-citaat (Ilias xxiii, 103-104) komen beide sleutelwoorden uit de titel voor: psuchè (ziel) en eidolon (schaduw, schim). De vertaling luidt: ‘Wel verdraaid, dan is er in de onderwereld toch nog een ziel over, in de vorm van een schaduw, maar benul zit er niet in’. De latijnse tekst bevat een der kerngedachten van het boek: ‘Wat de ziel is, is voor ons niet van belang te weten, maar wat haar eigenschappen en werkzaamheden zijn, interesseert ons in hoge mate’. Dit is een citaat uit vives, De anima et vita (332). Vives, aan wie Linschoten een (onuitgegeven) studie wijdde, leefde van 1492 tot 1540. Hij is te beschouwen als een voorloper van de empirische psychologie.
Amsterdam/Utrecht, zomer 1970
a.c. broerse, e.j. zwaan