Amarillis(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een en dertigste Tooneel. AMINTAS, SILVIA. AMINTAS. ACh! Zuster is u myn geluk bekent? SILVIA. Amaril is my geneegen. SILVIA. Damon streeft my eeuwig tegen. AMINTAS. Zy heeft my haar gunst betoond. SILVIA. Ach! Ik word te wreed beloond. AMINTAS. Blydschap schittert uyt mijn oogen. SILVIA. Droefheyd heeft op my vermoogen. [pagina 31] [p. 31] Ach! hoe kom ik aan mijn dood. AMINTAS. Is uw wanhoop reets zo groot? Zuster: neen! behou het leeven, Cetes zal noch uytkomst geeven. Blijf aan my zo veel verplicht. SILVIA. Ach wat valt het trooste licht. AMINTAS. Laat ik maar een bé verwerven. SILVIA. Zonder Damon moet ik sterven. Vorige Volgende