Amarillis(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Drie en twintigste Tooneel. MIRTEL, MOPSUS. MIRTEL. WEl Mopsus Neef, hoe staan de zaaken, Zult gy haast tot uw oogwit raaken? Ik hoor dat elk jou krachtig mind. MOPSUS. Wel waarom niet ik ben geen kint. MIRTEL. Jy bent een man als twie paar mannen. MOPSUS. 'K heb al myn krachten ingespannen, Om uyt de Starre na te zien, Wat tot myn voordeel zal geschien. MIRTEL. Ey ziet eens wat my zal genaaken. MOPSUS. Wil ik eens jou geboortstar raaken. [pagina 24] [p. 24] Sta stil, die lienien slaan net op malkaar, Sta, sta, recht perpendikulaar. MIRTEL. Wat spelt myn star? MOPSUS. Ho! wondere zaaken: Je zelt haast aan een galg vast raaken, Ten zy dat gy u haast bekeert. MIRTEL. ô Mopsus! jy ziet mis ik zweert. MOPSUS. Kanalje, hoe! zou Mopsus liegen; En zou myn wiskunst my bedriegen. MIRTEL. Maar zeeker Mopsus zulk een lot viel my te swaar. MOPSUS. Speel jy ook niet voor koppelaar? Voor een bedrieger? MIRTEL. Selleweeken, Wat hebje nou heel mis gekeeken. MOPSUS. Wat mis gekeeken? hangebast; Myn kunste die gaan al te vast. MIRTEL. Wat zal my verder overkoomen? MOPSUS. Jy zult voor al jou guytery Niet raaken vry: Maar haast van de drommel droomen. MIRTEL. Wil ik Mopsus ook eens zien, Wat jou sel in 't kort geschien? MOPSUS. Myn planneet heeft aangeweesen Dat ik voor geen onheyl heb te vreesen. [pagina 25] [p. 25] MIRTEL. Spelt zy uw geen ramp noch druck? MOPSUS. Neen, ik zie geen ongeluck. MIRTEL. 'K zal dat leugenachtig maaken, Met jou lenden zoo te raaken. MOPSUS. Guyt, bedrieger, schelm, laat staan. Moort! de drommel is dat slaan. MIRTEL. Zie hoe dat zyn wiskunst mist, Want dat had hy niet gegist. Starrekykers zyn vermeeten, Die 't toekomend willen weeten. Vorige Volgende