Amarillis(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Twee en twintigste Tooneel. DAMON, KORIDON. DAMON. O Spyt! ô smaad! ô hoon! ik sta als neergeslagen. Hoe kan ik dit verdragen? KORIDON. Ik sta verstelt. DAMON. O liefde! wat pleegt gy gewelt. KORIDON. Spelde ik u dit niet te vooten? DAMON. Koridon ik ben verboren, Wanhoop voert my na het graf. KORIDON. Daar weet ik zo veel niet af. [pagina 23] [p. 23] Eer ik om haar min zou lyden, Ga ik Galathé weer vryden. DAMON. Kunt gy dit verdraagen, Goon? 'K raas van ongedult, ô hoon! KORIDON. Ik zal Galathé gaan zoeken. DAMON. Ik myn nootlot eeuwig vloeken. Liefde schept gy dan vermaak Om in minnenyd t'ontsteeken? Spyt verweckt het hert tot wraak. Damon ja gy moet dit wreeken. Wanhoop maakt u gants verwoed, Smoord Amintas in zyn bloet. Binnen. Vorige Volgende