Amarillis(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Negende tooneel. AMARIL. NAtuur, hoe wonderlijk spreyd gy uw krachten uyt, In bloemen, loof, en kruyd. Wie ziet die sprikkels aan; Wie let op geur, En kleur, Die niet verbaast moet staan? Maar wat verandering gevoel ik in myn bloed! ô Ceres! ach! ik ben bedroogen! De liefde krygt op my vermoogen. Heeft deze bloem die vlam gevoed? ô Geur! hoe meer ik ruyk, hoe meer gy myn vermaakt. Ach Amarillis is geraakt! 'k Voel mededogen met Amintas lyden, Ik zet myn haat ter zyden. ô Geur die myn verkwikt, Wat heeft my zo verstrickt. Vorige Volgende