| |
| |
| |
Bibliografie
I. Algemene werken
Wie zich over een bepaald persoon snel wil oriënteren, kan dat het beste doen door één der grotere biografische lexica te raadplegen, die zich in de openbare wetenschappelijke bibliotheken bevinden. |
|
Aa A.J. van der, Biografisch Woordenboek der Nederlanden, 7 delen, Haarlem 1852. |
Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, 10 delen, Leiden 1911-'37. [Geciteerd als NNBW]. |
Biographisches Lexikon der hervorragenden Ärtzte aller Zeiten und Völker, 5 delen, München-Berlijn 1929-'34, en 2 aanvullende delen, 1962 (vele bijdragen over Nederlandse geneesheren zijn van de hand van C.E. Daniëls). |
Lindeboom G.A., A classified Bibliography of the History of Dutch Medicine. Nijhoff, Den Haag, 1975 (bevat ruim 2000 biografische titels). |
Voorts:
1. | Lindeboom G.A., Inleiding tot de geschiedenis der Geneeskunde. Rodopi, Amsterdam, 19804. |
2. | Baumann E.D., De Dokter en de Geneeskunde. I. Maatschappijleer, 128 blz. II. De Wetenschap, 141 blz., Meulenhoff, Amsterdam 1915.
Veel feitelijke gegevens vindt men in: |
3. | Banga J., Geschiedenis van de geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland, vóór en na de stichting der Hoogeschool te Leiden tot aan den dood van Boerhaave; uit de bronnen toegelicht. 2 delen, Leeuwarden 1868, 19752 (facsimile Interbook Intern., Schiedam; inleiding door G.A. Lindeboom).
De overgrote meerderheid van de nieuwere medisch-historische studies over allerlei onderwerpen uit de geschiedenis van de geneeskunde in Nederland, vindt men in: |
4. | Bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde. Jaargang I-XLV, Bohn, Haarlem 1920-1965.
Dit zijn de medisch-historische bijdragen uit het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (Ned. T. Geneesk.), gebundeld en afzonderlijk uitgegeven. Alles wat in deze Bijdragen staat, is dus ook in het genoemde Tijdschrift van hetzelfde jaar te vinden.
[Geciteerd als Bijdr. Gesch.] |
| |
II. Werken waarin een kleinere of grotere periode van het geneeskundig verleden van Nederland of van een gilde, universiteit, etc. wordt besproken zijn:
| |
| |
5. | Andel M.A. van, Chirurgijns, Vrije meesters, beunhazen en kwakzalvers. De chirurgijnsgilden en de practijk der geneeskunde (1400-1800). Amsterdam 19462. |
6. | Baumann E.D., Uit drie eeuwen Nederlandse geneeskunde. Amsterdam z.j. (1950?).
[Geciteerd als Baumann (1950)]. |
7. | Doesschate G. ten, De Utrechtse Universiteit en de Geneeskunde 1636-1900. De Graaf, Nieuwkoop 1963. |
8. | Dongen J.A. van, e.a., De vooruitgang van de geneeskunde in onze eeuw. De Bussy, Amsterdam 1966. |
9. | Haver Droeze J.J., Het Collegium Medicum Amstelaedamense 1637-1798. Bohn, Haarlem 1921. |
10. | Kroon J.E., Bijdragen tot de Geschiedenis van het geneeskundig onderwijs aan de Leidsche Universiteit 1575-1625. Dissertatie. Leiden, 153 blz. Van Doesburgh, Leiden 1911. |
11. | Krul R., Haagsche doctoren, chirurgen en apothekers in den ouden tijd; archief-studiën. 's-Gravenhage 1891. |
12. | Lindeboom G.A., Medical Education in the Netherlands (1575-1750), in: Ch. D.O.'Malley (ed.) The History of Medical Education, Univ. California Press, Berkeley-Los Angeles-Londen 1970, blz. 201-216. |
13. | Schultetus Aeneae B.W., De renaissance der medische wetenschappen; met een terugblik op Hippocrates. 's-Gravenhage 1905. |
14. | Weyde A.J. van der, Bijdrage tot de geschiedenis der geneeskunde in ons Vaderland van 1793 tot 1843, ontleend aan den inhoud der notulen van het ‘Utrechts Geneeskundige Gezelschap Matthias van Geuns’ (opgericht den 26sten Februari 1793). Oosthoek, Utrecht 1920. |
14a. | Lieburg M.J. van, Het medisch onderwijs te Rotterdam (1467-1967). Rodopi, Amsterdam 1978. |
14b. | Houtzager H.L., Medicyns, vroedwyfs en chirurgijns. Schets van de gezondheidszorg in Delft ... in de 16e en 17e eeuw. Rodopi, Amsterdam 1979. |
| |
III. Herdrukken van oude medische werken
15. | Opuscula Selecta Neerlandicorum de arte medica, deel I-XIX. Uitgave van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam 1907-1963. (Herdrukken van publikaties van Nederlandse medici, met inleidingen en meestal een vertaling in het Duits of Engels. Deze serie bevat onder andere nadrukken van werken van De Back, Boerhaave, Bontius, Camper, Coiter, Donders, Piso, Ten Rhijne, Swammerdam en Vesalius. Zie voor een uitvoerige inhoudsopgave der negentien delen verderop, onder XI, p. 189.)
[Geciteerd als Opusc.]
Enige fotografische herdrukken van oude geneeskundige Nederlandse werken zijn opgenomen in de serie:
Dutch Classics in History of Science. De Graaf, Nieuwkoop: |
16. | nr. II. Antoni van Leeuwenhoek, On the circulation of the blood (65ste brief, 7 September 1688). Met inleiding en Engelse vertaling, 1962. |
17. | nr. III. Petrus Camper, Optical Dissertation on vision. 1746. Met inleiding en Engelse vertaling van G. ten Doesschate, 1962. |
18. | nr. IV. Mathijsen, Antonius, The Plaster of Paris bandage, 1852 en 1854. Met een inleiding van G.J. Bremer, 1962. |
19. | nr. IX. H. Boerhaave, Atrocis, nec descripti príus, morbi historia 1724. (Met eerste Franse vertaling, en inleiding van G.A. Lindeboom.) |
| |
| |
20. | nr. XIII. Reinier de Graaf, De mulierum organis generationi inservientibus, 1672. Met inleiding van J.A. van Dongen, 1965.
Voorts: |
21. | Blankaart Steph., Verhandelinge van de opvoedinge en ziekten der kinderen, 1684. Hollandia, Baarn 1966. Met vertaling van het Regimen Sanitatis.
Een nieuwe serie fotografische herdrukken begon in 1979 onder de titel Librije der Geneeskonst bij Stafleu, Alphen a/d Rijn, te verschijnen. De volgende delen kwamen tot nu toe uit: |
| |
21a. | Herman Boerhaave. Kortbondige spreuken der ziektens (vertaling der Aphorismi), met inleiding van G.A. Lindeboom, no.1, 1979. |
21b. | Job van Meekeren. Heel- en Geneeskonstige Aenmerkingen (17282), met inleiding van D. de Moulin, no. 2, 1979. |
21c. | Stephaan Blankaart. Den Nederlandschen Herbarius (1698), met inleiding van D.A. Wittop Koning, no. 3, 1980. |
21d. | in één band: G.H. Meyer. Handboek voor Pleegzusters en ziekenoppassers (1848), Florence Nightingale. Over ziekenverpleging [1862] en S.P. Gualtherie van Weezel. Het verplegen onzer zieken in huis (1877), met inleiding van M.J. van Lieburg, no. 4, 1980. |
21e. | Thomas Berdmore. Verhandeling over de Gebreken en wangesteldheden der Tanden en het Tandvleesch, met inleiding van C. Gijsel, no. 5, 1981. |
21f. | H.C.F.L. Aalbersberg. Eerste Hulp bij plotseling voorkomende ziektetoestanden, met inleiding van J.H. Sypkens Smit, no. 6, 1981. |
21g. | Cornelis Kelderman. Ampt ende Plicht der Vroed-Vrouwen, met inleiding van P. Boeynaems, no. 7, 1981. |
| |
IV. Biografieën en biografische schetsen
In alfabetische volgorde gerangschikt naar de behandelde personen.
22. | Moonen W.A., Frère Jacques de Beaulieu, een veel omstreden periodeut (1651-1714). Ned.T.Geneesk. 112 (1968), 25-32. |
23. | Baumann E.D., Johan van Beverwijck. In leven en werken geschetst. Dissertatie Amsterdam, Dordrecht 1910. |
24. | Jansma J.R., Louis de Bils en de anatomie van zijn tijd. Dissertatie Utrecht 1919. |
25. | Bánki Ö., Het levenswerk van professor Jan Bleuland en zijn leerling en prosector Petrus Koning, alsmede een tentoonstelling. Ned.T.Geneesk. 83 (1939), 3838-44. |
26. | Bik J.G.W.F., Doctor Jan Bleuland. Hoogleraar te Harderwijk en Utrecht (1756-1838). Ned.T.Geneesk. 106 (1962), 476-82 en in Bijdr. Gesch. XLII, 8-14. |
27. | Lindeboom G.A., Herman Boerhaave. The Man and his Work. Methuen, Londen 1968. |
28. | Baumann E.D., Cornelis Bontekoe (1640-1685). De Theedoctor. Misset, Oosterbeek 1949. |
29. | Daniëls C.E., Het leven en de verdiensten van Petrus Camper. Utrecht 1880. |
30. | Theunisz Joh., Carolus Clusius. Het merkwaardige leven van een pionier der wetenschap. Patria reeks. Van Kampen, Amsterdam 1939. |
31. | Lamers A.J.H., Hendrik van Deventer, Medicinae doctor 1651-1724. Assen 1946. |
32. | Zwaag P. van der, Wouter van Doeveren 1730-1783. Dissertatie V.U. Amsterdam, Assen 1970. |
| |
| |
33. | Fischer F.P. en G. ten Doesschate, Franciscus Cornelis Donders. Assen 1958. |
34. | Hoogerwerf S., Leven en werken van Willem Einthoven, grondlegger van de electrocardiografie, 93 blz. U.M. West-Friesland, Hoorn 1955. |
35. | Jansen, B.C.P., Het levenswerk van Christiaan Eykman, 1858-1930. Bohn, Haarlem 1959. |
36. | Kühler K.P., Jan van Geuns. Zijn betekenis voor de geneeskundige wetenschap en het geneeskundig onderwijs. Dissertatie G.U. Amsterdam. Leiden 1953. |
37. | Sypkens Smit J.H., Leven en werken van Matthias van Geuns. 1735-1817. Dissertatie Groningen (ook als monografie verschenen). Assen 1953. |
38. | Heringa Jodocus, Redevoering ter gedachtenisse van Steven Jan van Geuns op den 25 van Zomermaand 1795. Utrecht 1796. |
39. | Timmerman W.A., Johannes de Gorter. Een schets van zijn leven en werk. Ned. T. Geneesk. 112 (1968), 35-41. |
40. | Barge J.A.J., Reinier de Graaf. 1641-1941. Med. Ned. Akad. van Wetenschappen, nieuwe reeks, V, no. 5, Amsterdam 1942. |
40a. | Boersma J., Antonius de Haen 1704-1776. Leven en werk. Dissertatie V.U. Amsterdam. Van Gorcum, Assen 1963. |
41. | Hulsman G. en A. Zwaveling, Jan Egens van Iterson, chirurg uit twee werelden. Bijdr. Gesch. XLV (1965) 6-11 en Ned.T.Geneesk. 109 (1965), 33-8. |
42. | Schierbeek A., Antoni van Leeuwenhoek. Zijn leven en zijn werken. 2 delen, 278 blz. De Tijdstroom, Lochem 1950. |
43. | Dobell Clifford, Antony van Leeuwenhoek and his ‘little animals’. Swets en Zeitlinger, 1932, 435 blz. |
44. | Hoorn, C.M. van, Levinus Lemnius en Willem Lemnius. Achief (Meded. Kon. Zeeuws Genootschap d. Wetenschappen) 1971, 37-86, 4 port., 1 ill. |
44a. | Hoorn, C.M. van, Levinus Lemnius 1505-68. Zestiende eeuws geneesheer. Dissertatie Vrije Universiteit, Amsterdam 1978 (druk: Kloosterzande). |
45. | Spoelstra D., Dr. Antonius Mathijsen uitvinder van het gipsverband, 1805-1878. Dissertatie Utrecht (ook als monografie). Van Gorcum, Assen 1970. |
46. | Baumann E.D., Job van Meekren. Ned.T.Geneesk. 67 (1923), 456-79. |
47. | Kostelijk P.J., Dr. Johann Georg Mezger 1838-190 en zijn tijd. Universitaire Pers Leiden 1972, 122 blz. 16 ill. |
48. | Haan R.E. de, Jacob Moleschott, Haarlem 1883. |
49. | Labruyère W., G.J. Mulder (1802-1880). Dissertatie Leiden 1938. |
50. | Baart de la Faille J.M., H.G.K. Westenbrink en P. Nieuwenhuijse, Leven en werken van Cornelis Adrianus Pekelharing. Utrecht 1948. |
51. | Zwaveling A. en G. Hulsman, Machiel Polano, laatste heelmeester van het oude tijdperk. Ned.T.Geneesk. 109 (1965), 2091-5 en Bijdr. Gesch. XLV, 32-6. |
52. | Woudstra D., Meinard Simon Du Pui (1754-1834), stadsmedicus te Kampen en te Alkmaar Eerste Leidse Hoogleraar in de praktische chirurgie en verloskunde (1791-1826). Kamper Almanak 1969-70, 233-87. |
53. | Wylick W.A.H. van, Röntgen in Nederland, Dissertatie V.U. Amsterdam, Utrecht 1966. |
54. | Baumann E.D., Hendrik van Roonhuysen, Ned.T.Geneesk. 66 (1922), 856-74 en Bijdr. Gesch. II, 63-81. |
55. | - Een Haarlemsche Chirurgijn uit de XVIIde eeuw. [Wouter Schouten], z. pl. 36 blz. 8o. |
56. | Zeehuizen H., Barend Joseph Stokvis. Mannen en vrouwen van betekenis, 1899. |
57. | Schierbeek A., Jan Swammerdam (12 Februari 1637 - 17 Februari 1680). Zijn leven en werken. Lochem z.j. (1946). |
58. | Baumann E.D., François de le Boë Sylvius. Brill, Leiden 1949. |
| |
| |
59. | Geyl A., Abraham Titsingh, de deken der Amsterdamsche chirurgijns. Geneesk. Bladen, 16de reeks, no. 1. Bohn, Haarlem 1911. |
60. | Dongen J.A. van, Hector Treub, 1 Augustus 1856 - 7 April 1920. Amsterdam 1956. |
61. | Thijssen E.H.M., Nicolaas Tulp. Bijdrage tot de geschiedenis der Geneeskunde in de 17de eeuw. Dissertatie G.U. Amsterdam 1881 |
61a. | Schouten J., Johannes Walaeus. Zijn betekenis voor de verbreiding van de leer van de bloedsomloop. Dissertatie V.U., Amsterdam. Van Gorcum, Assen, 1972. |
61b. | Lindeboom, G.A., Karel Frederik Wenckebach, 1864-1940. Bohn, Haarlem 1965. |
62. | Cobben J.J., De opvattingen van Johannes Wier over bezetenheid, hekserij en magie. Dissertatie V.U. Amsterdam. Van Gorcum, Assen 1960. |
63. | Dooren L., Doctor Johannes Wier, Leven en werken. Dissertatie Utrecht, Aalten 1940. |
64. | Winkler C., Herinneringen van Cornelis Winkler 1855-1941. Amsterdam 1947. |
| |
V. Anatomie en Fysiologie
65. | Barge J.A.J., De Leidsche anatomie herdacht. Toespraak, 28 blz., met ill. Van Doesburgh, Leiden 1923. |
66. | Boon A. van der, Geschiedenis der ontdekkingen in de ontleedkunde van den mensch gedaan in de Noordelijke Nederlanden. Utrecht 1851. |
67. | Broek A.J. van den, J. Boeke en J.A.J. Barge, Leerboek der beschrijvende ontleedkunde van den mensch, deel I. Hoofdstuk I. Geschiedenis der ontleedkunde, blz. 13-43. Oosthoek, Utrecht 1925. |
68. | Dankmeyer J., Petite Histoire de l'Anatomie de Leyde, 25 blz. Leiden 1957. |
69. | Israëls A.H. en C.E. Daniëls, De verdiensten der Hollandsche geleerden ten opzichte van Harvey's leer van den bloedsomloop. Utrecht 1883. |
70. | Lint G.J. de, Atlas van de Geschiedenis der Geneeskunde. I. De ontleedkunde (niet verder verschenen). Amsterdam 1925. |
71. | Nuyens B.W. Th., Het ontleedkundig onderwijs en de geschilderde anatomische lessen van het chirurgijnsgilde te Amsterdam, in de jaren 1550 tot 1798. 50 blz. Van Kampen, Amsterdam z.j. |
72. | Rijnberk G. van, Aperçu du développement de la physiologie en Hollande. Ned.T.Gen. 1913, II, 611. |
73. | Ruysch Frederik, Dilucidatio valvularum in vasis lymphaticis et lacteis. 1665. Facsimile of the first edition with an introduction by A.M. Luyendijk-Elshout. De Graaf, Nieuwkoop 1964. |
74. | Schierbeek A., Bloed en bloedvaten. Feiten en theorieën in de loop der tijden. Het Spectrum, Utrecht-Brussel 1950. |
75. | Vasbinder W., Govard Bidloo en William Cowper. Dissertatie Utrecht 1948. |
| |
VI. Klinisch onderwijs
76. | Barge J.A.J., Herstel van het klinisch onderwijs in 1787. Ned.T.Geneesk. 1869, 121-56. |
77. | Barge J.A.J., Het geneeskundig onderwijs aan de Leidsche Universiteit in de 18de eeuw. Leiden 1934. |
78. | Leersum E.C. van, Bijdrage tot de geschiedenis van het klinisch onderwijs in de Nederlanden. Ned.T.Geneesk. 1916, II, 2139. |
79 | Suringar G.C.B., Verval van het klinisch onderwijs na den dood van Boerhaave. Ned.T.Geneesk. 1866, 256-83. |
| |
| |
| |
VII. Heelkunde
80. | Bolsman Th., De examens in de chirurgijnsgilden. Dissertatie Utrecht 1942. |
81. | Croes F., Schotwonden in de 16de eeuw. Dissertatie Amsterdam 1940. |
82. | Doets C.J., De heelkunde van Petrus Camper 1722-1789. Dissertatie Leiden 1948. |
83. | Loon L. van, Historisch overzicht van de fractuurbehandeling der pijpbeenderen. Dissertatie Leiden 1935. |
84. | Staveren C. van, Aenteekeningen omtrent operatiën van den steen. Dissertatie Amsterdam (ook als monografie), Assen 1934. |
| Zie voorts: Van Andel, Chirurgijns..., no. 5, en Opusc. XVII. |
| |
VIII. Verloskunde
85. | Geyl A., Over de opleiding en maatschappelijke positie der vroedvrouwen in de 17de eeuw. Amsterdam 1897. |
86. | Geyl A., Het Roonhuysiaansch geheim. Rotterdam 1905. |
87. | Graaf Reinier de, De mulierum organis generationi inservientibus. Fascimile met een inleiding van J.A. van Dongen. De Graaf, Nieuwkoop 1965. |
88. | Kouwer B.J. en H.J. Laméris, Iets uit de geschiedenis der klinieken voor Heel- en Verloskunde der Rijksuniversiteit te Utrecht met een beschrijving der nieuwe inrichting. Kampen 1908, met levensbeschrijvingen van M. en S.J. van Geuns, Bleuland, De Frémery, Wolterbeek, Suerman, Dylius, Vosmaer, Schroeder van der Kolk en Alexander. |
89. | Nijhoff G.C., Tang, hefboom of speculum matricis. Bijdr. Gesch. IX, 137, 1929. |
90. | Nuyens B.W.Th., Petrus Camper (1722-1789) als verloskundige. Bijdr. Gesch. X, 1930, 1. |
91. | - Het dagboek van Vrouw Schraders. Bijdr. Gesch. VI, 1926, 93. |
92. | Reewijk A.J. van, Vroedkunde en vroedvrouwen in de 17de en 18de eeuw. Dissertatie Amsterdam 1941. |
93. | Schripsema J., Bijdrage tot de kennis van de ontwikkeling der verloskunde in de 18de eeuw. Dissertatie Groningen 1936. |
94. | Simon Thomas P.H., Het onderwijs in de verloskunde aan de Leidsche Hoogeschool gedurende het tijdvak 1791-1900. Van Doesburgh, Leiden 1909. |
95. | Treub H., De verdiensten der Nederlanders op het gebied van de bekkenleer. Inaugurele oratie Leiden 1887. |
96. | Tussenbroek Catharina van, De ontwikkeling der aseptische verloskunde in Nederland. Haarlem 1911. |
| |
IX. Tropische en Zeevaartgeneeskunde
97. | Andel M.A. van, Bontius en Piso over de dysenterie in beide Indiën. Bijdr. Gesch. XI, 1931, 285. |
98. | Willem Piso, een Baanbreker der tropische Geneeskunde. Bijdr. Gesch. IV, 1924, 239. |
99. | Borgers A.H., Doctor Willem Bosch en zijn invloed op de geneeskunde in Nederlandsch Oost-Indië. Dissertatie Utrecht 1941, 145 blz. |
100. | Dorssen J.M.H. van, Willem ten Rhijne. Gen. T. Ned. Indië, 1911, 11. |
101. | Leuftink A.E., De geneeskunde bij 's lands oorlogsvloot in de 17de eeuw.
|
| |
| |
| Dissertatie Groningen 1952. Van Gorcum Assen. |
102. | - Chirurgijns zee-compas; de medische verzorging aan boord van Nederlandse zeeschepen gedurende de Gouden Eeuw. Kon. Ned. Gist- en Spiritusfabriek, Delft 1963. |
103. | Römer L.S.A.M. von, Historische schetsen. Een inleiding tot het vierde congres der Far Eastern Association of Tropical Medicine, te houden te Batavia van den 6den tot den 13den augustus 1921. Batavia, 1921, 211 afb. Is ook in het Engels verschenen. Bevat tal van gegevens over Bontius, Willem ten Rhijne, Pompe van Meerdervoort en zijn opvolgers in Japan, enz., en over de gezondheidsvoorzieningen in Nederlands Oost-Indië. Bevat ook vele illustraties. |
104. | Schoute D., De Geneeskunde in den dienst der Oost-Indische Compagnie in Nederlandsch-Indië. De Bussy. Amsterdam 1929. |
104a. | Lieburg M.J. van, Dokter aan de waterkant. Een bijdrage tot de geschiedenis van de havengezondheidszorg te Rotterdam. Donia Pers Produkties, Rotterdam 1979. |
| |
X. Kleinere spcialismen
105. | Burger H., De keel-, neus- en oorheelkunde in de laatste 75 jaren. Ned.T.Geneesk. 68 (1924), 43-7. |
106. | Haverkamp A.D., De ontwikkeling der oorheelkunde in Nederland in de negentiende eeuw, in het bizonder door de pioniers Van den Broek, Symons en Swaagman. Dissertatie Leiden 1947. Herdruk: Universitaire Pers, Leiden 1950. 35 fig. |
107. | Hoeve J. van der, De ontwikkeling der oogheelkunde gedurende het tijdperk 1849-1924. Ned.T.Geneesk. 68 (1924), 33-42. |
108. | Zeeman W.P.C., Zur Geschichte der Augenheilkunde in den Niederlanden. Ophthalmologia 134 (1957), 100-19. |
109. | Halbertsma K.T.A., Het eeuwfeest der aethernarcose. Geneesk. Gids, XXV (1947), 327-31; 346-51. |
110. | Lindeboom G.A., Honderd jaar narcose. Orgaan Christ. Ver. Natuur- en Geneeskundigen, oktober 1946. |
111. | Valkenburg C.T. van, De ontplooiing van de neurologie sinds 1900. Ned.T.Geneesk. 102 (1958), 1155-8. |
111a. | B.P.M. Schulte en L.J. Endtz. A short history of neurology in The Netherlands. Amsterdam 1977 (gedrukt voor St. Elisabeth Gasthuis, Tilburg). |
112. | Cobben J., Nederlandse pioniers in de radiologie. J. Belge de Radiologie 42 (1959) 738-45. |
| |
XI. Uitvoerige inhoudsopgave van de Opuscula Selecta Neerlandicorum de Arte Medica
I (1907) |
Des. Erasmus, Encomium artis medicae - met Nederlandse vertaling. |
A. van Leeuwenhoek, Den waaragtigen omloop des Bloeds. |
J. Swammerdam, Proefnemingen van de particuliere beweging der spieren van den Kikvorsch. |
H. Boerhaave, De usu ratiocinii mechanici in medicina - met Nederlandse vertaling. |
| |
| |
H.D. Gaub, Oratio inauguralis qua ostentidur chemiam artibus academicis jure esse inserendam - met Nederlandse vertaling. |
F.C. Donders, De harmonie van het dierlijke leven. De openbaring van wetten. |
|
II (1913) |
P. Camper, De Oculorum Fabrica et Morbis - met Duitse vertaling. |
|
III (1915) |
Brief van Andreas Vesalius, Behelzende de aanwending van het decoct van Chynawortel. |
|
IV (1922) |
A. Auletius, Monitio de reformanda praxi medica - met Nederlandse vertaling. |
J. de Wale, Epistolae duae de motu chyli et sanguinis - met Nederlandse vertaling. |
R. de Graaf, De mulierum organis generationi inservientibus tractatus novus - met Nederlandse vertaling. |
N.C. de Frémery, De mutationibus figurae pelvis, praesertim iis, quae ex ossium emollitione oriuntur - met Nederlandse vertaling. |
I. van Deen, Over de voorste en achterste strengen van het ruggemerg. |
|
V (1926) |
J. de Back, Dissertatio de corde - met Nederlandse vertaling. |
Dissertatio de corde. Ed. Altera - met Nederlandse vertaling. |
A. Bontius, Observationes Medicae de affectibus omissis - met Nederlandse vertaling. |
F.C. Donders, Blik op de stofwisseling van het epitellurische leven als bron der eigene warmte van planten en dieren - met Engelse vertaling. |
|
VI (1927) |
F. de le Boë Sylvius, Oratio inauguralis de Hominis Cognitione - met Nederlandse vertaling. |
J. Swammerdam, Tractatus physico-anatomico-medicus de Respiratione usuque pulmonum - met Nederlandse vertaling. |
R. de Graaf, Tractatus anatomico-medicus de Succi Pancreatici natura et usu - met Nederlandse vertaling. |
J.L.C. Schroeder van der Kolk, Redevoering over de verwaarloozing der vereischte zorg ter leniging van het (ongelukkig) lot der krankzinnigen en ter genezing derzelve in ons vaderland - met Engelse vertaling. |
|
VII (1928) |
Het ‘Boeck van surgien’ van Meester Thomaes Scellinck van Thienen - met Engelse vertaling. |
|
VIII (1929) |
Drie grepen uit de 16de-eeuwse geneeskunde: |
A. Vesalius, Epistola docens venam axillarem dextri cubiti in dolore laterali secandam - met Nederlandse vertaling. |
J. Lommius, Observationem medicinalium Liber I. De Latijnse tekst van 1560 met de Engelse vertaling. |
P. Forestus, De incerto, fallaci urinarum iudicio - met Nederlandse vertaling. |
|
IX (1930) |
Veertien tot heden geheel onuitgegeven brieven van Antony van Leeuwenhoek uit de jaren 1674-1678 - met Engelse vertaling. |
| |
| |
X (1931) |
G. Bontius, Tropische geneeskunde (Zijn testament, index en Latijnse tekst van de zes boeken van Bontius, lijsten van door Bontius vermelde planten en dieren) - met Engelse vertaling. |
|
XI (1932) |
Uit de geschiedenis van het Vitalisme: |
J.B. van Helmont, Archeus Faber, Spiritus vitae - met Duitse vertaling. |
H.D. Gaubius, De regimine mentis, orationes duo - met Duitse vertaling. |
J.L.C. Schroeder van der Kolk, Over het verschil tusschen doode natuurkrachten, levenskrachten en ziel - met Duitse vertaling. |
|
XII (1934) |
Varii Auctores de Symphysiotomia: |
P. Camper, Brief aan D. van Gesscher (1771) en brief aan Prov. Justitie Kamer van Stad en Lande en antwoord van Prins van Oranje, 18 juni en 5 augustus 1770 (over symphysiotomie). |
A. Bonn, Over het maaksel van de beweeglijke loswording van beenvereenigingen van het bekken, enz. (1776). |
G.R.F. Groshans, Waarneeming eener operatie der doorsnede van de kraakbeenige vereeniging der schaambeenderen (1778). |
J.P. Michell, Onderzoek aangaande het nut van de kraakbeensneede (1781). |
Nadere ophelderingen over de historie en het nut van de schaambeensneede (1782). |
P. Camper, Verhaal van de konstbewerking der doorsnede van de schaambeenderen, gedaan door J.C. Damen (1783). |
C. Bleuland, Verhaal van de doorsnijding van de kraakbeenige vereeniging der schaamtebeenderen (1792). |
D. Hasselman, Berigt aangaande ene gelukkige verlossing, enz. (1798). |
J. van Munster, Een zestal verloskundige operatiën en waarnemingen (1804). |
G.J. van Wij, De uitvoerlijkheid en nuttigheid der schaambeendoorsnijding (1805). |
G. Salomon, Verhandeling over de nuttigheid der schaambeensnede (1813). |
A. Halder, Waarneming eener verlossing door middel der sectio synchondrosis ossium pubis (1815). |
J. Bal, Waarneming wegens eene verlossing door de schaambeensnede (1822). |
P.J. van Wageninge, Schaambeensnede (1831). |
|
XIII (1935) |
Consultationes Medicae: |
Master Arent and Master Albert, barbers. Visum repertum (1550). |
Vesalii Consilium ad Petrus Forestum (ante annum 1564) - met Nederlandse vertaling. |
P. Forestus, De scorbuto (1558) - met Nederlandse vertaling. |
J. Wier, Three letters on the state of health of the Countess of Berg (1582 and 1583) - Engelse vertaling vanuit het Duits. |
Henricus a Bra, De morbo quodam novo et incognito ‘Die Barenn’ (1594) - met Nederlandse vertaling. |
J. van Beverwijck, Briefwisseling tussen Joh. van Beverwijck, Descartes, V.F. Plemp, Guy Patin en Corn. van Someren (over de beweging van het hart, en over nier- en blaasstenen). (1640, 1641 en 1643) - met Duitse vertaling. |
H. Boerhaave, Epistola X ad Joannnem Baptistam Bassand - met Nederlandse vertaling (1717). |
J.C. Ludeman, Horoscoop van Claes Hinloopen (1741) - met Duitse vertaling. |
M. van Geuns, Brief aan Petrus Camper (1770) - met Franse vertaling. |
S. de Monchy, Brief aan Wouter van Doeveren (1776) - met Engelse vertaling. |
P. Camper, Consilium de Comitissa de Randwyck viro clarissimo D.C. Velse (1780) - met Nederlandse vertaling. |
| |
| |
D.H. Ort, Brieven aan C.B. Tilanus (1848) - met Engelse vertaling. |
J.N. Ramaer, Brieven aan C.B. Tilanus (1848) - met Duitse vertaling. |
A. Mathijsen, Brief aan Félix Hyppolyte Larrey (1870) - Frans. |
|
XIV (1937) |
W. Piso, De indiae utriusque re naturali et medica - met Engelse vertaling. |
W. ten Rhyne, Verhandelinge van de asiatise melaatsheid - met Engelse vertaling. |
C. Bontekoe, Tractaat van het excellenste kruyd thee - met Engelse vertaling. |
|
XV (1939) |
Campers reisjournalen - met Engelse vertaling. |
|
XVI (1942) |
Observationes Cytologicae et Histologicae: |
P. Harting, Bijdragen tot de mikroskopische kennis der zachte dierlijke weefsels. |
F.C. Donders, Grondvormen en weefsels. |
F.C. Donders, Physiologische en pathologische aanteekeningen van gemengden aard. |
Jac. Moleschott, De overgang der chylbolletjes in bloedlichaampjes. |
F.C. Donders, De vorm, de samenstelling en de functie der elementaire deelen, in verband met hunnen oorsprong - alle met Duitse vertaling. |
|
XVII (1943) |
De Lithotomia: |
Des. Erasmus, Epistolae ad Guilhelmum Copum Medicum pars prima. Epistola ad Franciscum Medicum - met Engelse vertaling. |
J. van Beverwijck, Steen-stuck - met Engelse vertaling. |
C. Solingen, Manuale operatien der chirurgie - met Engelse vertaling. |
A. van Leeuwenhoek, Uit de 69ste missive van den 4den January 1692 aan de Royal Society te Londen - met Engelse vertaling. |
Index Supellectilis anatomicae quam Academiae quae Leidae est legavit Vir Clarissimus Johannes Jacobus Rau, Rogatu Illustrissimorum et amplissimorum Academiae istius Curatorum et urbis, Confectus a Bernhardo Siegfried Albino - met Engelse vertaling. |
J. Sermes, Aanmerkingen over de twe manieren van steensnyden van de heren |
J.J. Rau en J. Douglas - met Engelse vertaling. |
J. Denys, Op hoe veelerhande wyzen den steen uit de blaaze wordt gehaald - met Engelse vertaling. |
J.H. Francken, Over het steensnyden, zo boven als onder het schaambeen - met Engelse vertaling. |
P. Camper, Brief aan de heeren Martens, Van Gesscher, Zwagerman en Van Hussem, zeer kundige, en zeer beroemde heelmeesters te Amsterdam over ‘het Steensnyden in twee reizen’ - met Engelse vertaling. |
|
XVIII (1945) |
Volcher Coiter, Externarum et internarum principalium humani corporis partium Tabulae (MDLXXII) - met Engelse vertaling. |
|
XIX (1958) |
M.C. Colenbrander, Franciscus Cornelis Donders and his time. |
F.C. Donders, On the anomalies of accomodation and refraction of the eye. Rede uitgesproken te Utrecht op 28 Mei 1888 ter gelegenheid van de aanbieding van de oorkonde der Donders-Stichting - met Engelse vertaling. |
|
|