aan zijn neus. Hij deed zijn lippen van elkaar en pakte daarmee het vingertje beet, en toen begon hij er dadelijk op te zuigen.
Maar dat had Tuttie niet bedoeld, en daarom trok zij gauw haar vinger weg. Ze had Broertje echter aan den gang gemaakt, en nu hij zijn zin niet kreeg, begon hij zachtjes te schreien.
Dina hoorde het, en aanstonds kwam ze op haar teenen de kamer in, om vooral Moeder niet wakker te maken. Ze dacht, dat Broer uit zichzelf ontwaakt was. Maar wat keek ze op, toen ze daar Tuttie op een stoel bij de wieg zag staan!
‘O Tut, wat ben je vandaag toch lastig!’ zei ze, zoo zacht mogelijk, maar toch een beetje kwaad. ‘Hoe kun je Broertje nu wakker maken! Hij sliep net zoo lekker! Kom, gauw mee naar de keuken, stoute meid!’ En ze nam Tuttie beet, en droeg haar naar de keuken.
Van zoo'n behandeling was Tuttie echter niets gediend. Ze speelde zoo zoet met Broertje, en nu haalde Dina haar weg. En daarbij bromde Dina nog tegen haar. Neen, dat beviel haar niemendal, en om dat te toonen, begon ze in de keuken luid te schreien.
‘Wil je wel eens gauw stil wezen!’ riep Dina. ‘Moet je Moeder nu wakker maken?’ Doch 't was al te laat. Want daar klonk Moeders stem al uit de kamer. ‘Dina! Wat is er?’