Handschrift Br. 1.
(p. 364-366).
Het tractaat over den serafijn met de zes vleugelen, nr. XXI, waarmee wij onze uitgave besluiten, komt gelijk wij zagen in de hss. van groep I voor, doch in alle duidelijk gescheiden van de sermoenen van Tauler. Er is ook niet de minste reden om het met hs. Br. 3, het groote standaard-handschrift, aan Tauler toe te schrijven, want het is ons als afzonderlijk tractaat ook uit andere hss. bekend, waarin overigens niets van dezen mysticus voorkomt. De oudste bron is een aanhangsel van hs. nr. 49 (101 E 7) van de Athenaeum-Bibliotheek te Deventer (D. 2), uit Diepenveen afkomstig. Dit aanhangsel is in Westvlaamsch dialect geschreven: de zusters hebben het misschien toegezonden gekregen uit Vlaanderen? Een andere bron is nog hs. 73 F 23 (cat. nr. 662) van de Kon. Bibl. te Den Haag (Ha.). Den besten tekst vinden wij in hs. Br. 1, evenals Br. 2 uit Galilea in Gent