Indeeling der Aanteekeningen.
De tekstuitgave geschiedt handschrifts-gewijs: telkens wanneer een nieuw gedeelte begint, wordt het betreffende hs. in de aanteekeningen in het kort besproken. Daarna volgen, naar bladzij en regel der uitgave gerangschikt, de annotaties. Deze zijn drieërlei: in de eerste rubriek geven wij de palaeographische verantwoording van den tekst (α), in de tweede de varianten (β), terwijl de aanteekeningen die dienen om den tekst te verduidelijken, in de laatste rubriek zijn ondergebracht (γ).
De volgende teekens werden gebruikt:
*) |
- voluit in het hs. |
| |
- regel-wisseling in het hs. |
‖ |
- pagina-wisseling in het hs. |
> |
- veranderd in. |
< |
- veranderd uit. |
5 |
- regel 5 in de tekst-uitgave. |
; |
- dezelfde regel. |
gesch. v. w. |
- in het hs. aaneengeschreven met het volgende woord en later door een streepje gescheiden. |