Besluit.
En nu, mijne heeren, zeide de grijsaard, bij het einde van zijn verhaal opstaande, gij ziet hier den blanken meester en den zwarten slaaf voor U. Ik ben die planter en ziedaar Neno!
Alle aanwezigen stonden op en omringden Neno, die met de oogen den afstand mat, die hem van de deur scheidde en welken hij wel had willen overvliegen om te ontsnappen aan de blijken van vriendschap en belangstelling, waarmede men hem overlaadde. Intusschen ging de grijsaard op eenen plegtigen en indrukwekkenden toon voort:
Christenen! wat hebt gij tot nu toe voor uwe zwarte broeders gedaan? Nog vele