XVIII
Het gedoe in de Assemblée
Meneer de redacteur,
In uw krant van 17 juni 1993 schreef ik reeds onder de kop ‘De rijksten blijven buiten schot’ het volgende over de kwestie loonbelasting:
‘Volgens het voorstel van de vakbeweging, zoals dat op uw voorpagina d.d. 14 juni stond, worden de rijksten in ons land ongemoeid gelaten en volgens het voorstel van de Inspectie der Directe Belastingen worden zij openlijk in bescherming genomen.’
In dat stuk hekelde ik het feit dat men de armoedegrens zo laag heeft gehouden: bij een jaarinkomen van Sf.10.000,- per jaar. Men zou een veel grotere groep Surinamers geen belasting moeten laten betalen, n.l. de groep alleenstaanden die minder dan Sf.18.000,- per jaar verdient. Misschien zouden we met de verhoogde prijzen in de winkels de belastingvrije grens zelfs bij een jaarinkomen van Sf.20.000,- moeten trekken; voor alleenstaanden. Voor gezinshoofden met één kind wat hoger, met twee kinderen weer iets hoger, enz. Dat is wat de onderkant van de maatschappelijke ladder betreft. Tenminste..., als we naar een rechtvaardige samenleving toe willen!
Wat de bovenkant betreft zijn zowel de vakbeweging, de Inspectie der Directe Belastingen als de Staatsraad te vroeg opgehouden. Zij stellen respectievelijk: jaarinkomens van boven Sf.90.000,- en Sf.80.000,- betalen 55% belasting. Punt!
In mijn stuk trok ik de lijn door tot 80% loon- of inkomstenbelasting bij verdieners boven de Sf.300.000,- per jaar... Sommige mensen in ons land houden met de resterende 20% toch nog een vette boterham over gelijk aan die van tientallen ambtenaren en arbeiders bij elkaar. En zoals ik eerder stelde heeft een mens om gezond én gelukkig te kunnen leven, dus zonder allerlei kwalen, echt niet 365 kostuums en paren schoenen - voor elke dag in het jaar een stel - plus meer van dergelijke overdadigheden nodig.
Wat zagen wij dinsdag 22 juni j.l in de Nationale Assemblée gebeuren? Een belangrijk deel van de volksvertegenwoordigers is het niet eens met het voorstel van de vakbeweging dat volgens mijn mening niet eens ver genoeg gaat. De regering had kennelijk besloten het op een snel akkoordje te gooien met de top van een deel van de vakbeweging, voordat de achterban in beroering kwam en hogere eisen zou stellen, wetende dat ook met het voorstel van de vakbeweging hij benadeeld wordt. De conservatiefste en hebzuchtigste volksvertegenwoordigers vreesden echter, dat ook met dit gematigde voorstel van de vakbeweging zij in hun zak zouden moeten tasten om die 20 tot 30% inkomstenderving van de Staat te compenseren. Zij wil-