VIII
Onnodige verwarring
De laatste tijd wordt in intellectuele kringen een oude en afgezaagde discussie weer opgerakeld en de stelling ‘vakbond en politiek gaan niet samen’ ten onrechte tot wetenschappelijke theorie verheven.
Kennelijk komt dit doordat sinds de tijd waarin Johan Adolf Pengel voorzitter van de Moederbond was tevens minister-president, plus minister van nog een drietal ministeries, ons volk nadelige ervaringen heeft gehad met de vereniging van vakbonds- en politieke functies.
Volgens mij moeten wij het falen van bepaalde vakbondspolitici niet zozeer zoeken in het gelijktijdig uitoefenen van de functies ‘vakbondsleider’ en ‘politieke leider’, maar veeleer in de personen die deze functies bekleedden en het beleid dat zij voorstonden en uitvoerden.
Ik vind het juist een bijzonder ideale situatie als een vakbondsleider die werkelijk opkomt voor de belangen van de arbeiders (de werkende klasse) ook nog gebruik maakt van het politieke forum om krachtiger voor de belangen van het volk op te komen. Voorwaarde is natuurlijk dat hij/zij in beide functies consequent de zijde kiest van de meerderheid van het volk en niet van de minderheid van de kapitaalselite, waaronder het volk lijdt.
Het enige bezwaar tegen de combinatie vakbondsleider-politieke leider zou in deze zin dus van praktische aard kunnen zijn; beide functies zijn namelijk tijdrovend als je ze goed wilt uitoefenen; maar sommige mensen hebben er de tijd voor en voor over.
Wetenschappelijk theoretisch kan dus slechts bezwaar zijn tegen het samen uitoefenen van de functies vakbondsleider-politieke leider, als de politieke leider in de persoon zijn functie van vakbondsleider misbruikt om de werkende klasse nog meer te knechten. Maar indien omgekeerd de vakbondsleider in de persoon zijn functie van politieke leider gebruikt (benut) om sterker op te komen voor de belangen van het volk, kan volgens mij wetenschappelijk en logisch hiertegen geen bezwaar geopperd worden.
Er zijn voorbeelden genoeg in de wereld waar politiek werk het vakbondswerk versterkt in het belang van het volk, dus gewoon in het verlengde ligt daarvan. Dus niet de wetenschappelijke theorie ‘vakbondswerk en politiek gaan samen’ is fout, maar de mensen die dit samengaan misbruiken voor andere doeleinden dan het volksbelang zijn fout.
Het is daarom zaak van geval tot geval te bekijken of we te doen hebben met vakbondsleiders die de politiek benutten ten voordele van het volk, of met politici die hun vakbondswerk misbruiken voor tegenovergestelde doeleinden. En hierbij is eerlijkheid een gebiedende eis.
Eerder in ‘De Ware Tijd’ van 19 augustus 1992 verschenen.
De aanhef en ondertekening zijn hier weggelaten.