Inhoudsopgave
Verklaring van de tytelprent.
Copye van de privilegie.
Voorbericht der uitgeeveren aan den dichtlievenden leezer.
Lykzangen, en grafschriften, ter gedachtenisse van Katharyne Lescailje; overleden te Amsteldam, den VIIIsten en ter aarde besteld den XIIIden van zomermaand, des jaars MDCCXI.
Klagten over 't afsterven der alomberoemde puikdichteresse mejuffer Katharyne Lescailje.
Ter gedachtenisse van mejuffrouw Katharyne Lescailje.
Ter gedagtenisse van mejuffrouw Katharyne Lescailje, voortreffelyke dichteresse. Klinkdicht.
Op het afsterven van jonkvrouw Katharyne Lescailje.
Op het afsterven van mejufvrouw Katharyne Lescailje, uitmuntende dichteresse. Klinkdicht.
Op het droevig afsterven van de geestige en zinryke poëterse Katharyne Lescailje.
Op het overlyden van Katharyne Lescailje,
Lyk-zang, ter gedachtenisse van mejuffrouwe Katharyne Lescailje, uitmuntende dichteresse.
Op het afsterven van de deugt- en dichtryke jongkvrouwe Katharyne Lescailje.
Lykzang op de dood van Katharyne Lescailje, uitmuntende dichteresse.
Lykdicht op de dood en lykstatie van Katharyne Lescailje.
Lykgedicht over de alleruitmuntendste dichteresse Katharyne Lescailje.
Grafschriften op mejuffer Katharyne Lescailje.
Staatsgevallen.
Daphnis harderszang op de vrede.
Zegezang over de triomfeerende bondgenooten by Hoogstet.
Het verlost Europe, Vrygevochten aan den Donau, door het Leger der Bondgenooten.
Op de nederlaage der Franschen; overwonnen by Hoogstet.
Op de oorlogszege van den jaare MDCCII.
Vreêverbond tusschen den koning van Grootbrittanje, en de Staaten der Vereenigde Nederlanden.
De zegepraalende vrede.
Op den heere Prinse van Oranje; Triomfeerende in Engeland.
Op de landing van koning Wilhem, in Holland.
Op den heere mr. Cornelis de Wit, burgemeester der stad Dordrecht, Ruwaard van Putten, enz.
Op den heere mr. Joan de Wit, raadpensionaris van Holland, enz.
Hollands treurklagt.
De verdrukte vryheid aan Amsteldam.
Op het vertrek van den doorluchtigsten vorst zyn hoogheid Wilhem den Derden, prince van Oranje, grave van Nassouw, enz: stadhouder, kapiteyn en admiraal generaal der Vereenigde Nederlanden, enz.
Op het verlaaten van Uitrecht, den XXIIIsten van slachtmaand, in den jaare MDCLXXIII.
Woerdens wellekomst aan zyn koningklyke hoogheid, den heere Prince van Oranje, langgewenschsten stadhouder, en kapitein generaal der Vereenigde Nederlanden.
Hollands zege ter zee, onder 't beleid van den manhaften held Michiel de Ruiter, ridder, l. admiraal generaal, enz. tegen de twee koningklyke vlooten van Vrankryk en Engeland, den 7den en 14den van zomermaand, MDCLXXIII, kloekmoedelyk bevochten.
Nederlands darde zeetriomf, over de twee koninglyke vlooten van Engeland en Vrankryk, bevochten den XXIsten van oogstmaand, MDCLXXIII.
Op het voorzittend burgermeersterschap van den weledelen grootachtbaaren heere den heere Cornelis Geelvink, heere van Kastricum.
Op de gedenkpenning door den raad van Amsteldam, geslagen wegens het oproer in den jaare MDCXCVI.
Lofdichten.
Op de papiere snykunst van mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok.
Aan mejuffrouw Sara de Canjoncle; op haar kunstige bloem- en boom snyding.
Op de steenplaats van den heere Nikolaas van Helmont.
Op Simon Schynvoets kabinet der mineraalen en steengewassen.
Op het muntkabinet der Roomsche keizers en keizerinnen, van Simon Schynvoet; in vaerzen beschreven door A. Bogaart.
Op S. Schynvoets spreuken.
Op de gedichten van den heer Dr. J. Antonides vander Goes; na zyn overlyden by een verzaameld door zyn vader Antony Jansz. vander Goes.
Op de gedichten van den heere Joan Pluimer.
Aan den heere Joan van Broekhuyzen. In zyn stamboek.
Op de gedichten van den heere Dr. David van Hoogstraten.
Op de Bredaasche Klio van den weledelen heere Pieter Nuyts, officier der vryheid Etten, Leur en Sprundel.
Aan den heere Pieter Nuyts; zyn treurspel van Admetus en Alcestis ten tooneele voerende.
Aan de geestryke en beroemde dichteres mejuffrouw Maria Paeuw.
Op de stichtelyke vaerzen van de godvruchtige en beroemde dichteresse Cornelia vander Veer.
Aan den hooggeleerden heere mr. Joan Blasius, der beide rechten doktor, en advokaat voor den E. hove van Holland.
Op de kunstige galery van Ludolph Smids, M.D.
Op de Roomsche penningen der keizerinnen, vertoond door L. Smids, M.D.
Op het Kabinet der Statuën van Wybrandus de Geest.
Op de gedichten van Sybrand Feitama.
Op de Mengeldichten van mr. Adriaan Tymens.
Op de gedichten van Hieronimus Sweerts; verzaameld, en in 't licht gebragt door zyn zoon Kornelis Sweerts.
Op het tafereel der deugden en ondeugden; door den heere Kornelis Sweerts.
Aan den heere Abraham Alewyn; zyn zede- en harpgezangen in 't licht geevende.
Op de Zede- en Harpgezangen van den heere Abraham Alewyn; met zangkunst verrykt door David Petersen.
Op de Hardersgezangen van den heere Abraham Alewyn; met zangkunst verrykt door N.F. le Grand.
Op de koningklyke harpliederen; gerymd door Kornelis van Eeke, en op muzyk gebragt door Joan Schenk.
Op de schryfkunst van den heere Joan Pluimer.
Op het kunstig schryven van den heere Henrik de Roo.
Afbeeldingen.
Op de afbeelding van den eerwaardigen en geleerden heere Salomon van Til.
Op de afbeelding van den eerwaardigen heere Simon Klein.
Op de afbeelding van dr. Balthazar Bekker.
Op de afbeelding van den manhaften zeeheld Michiel de Ruiter.
Op de beedtenis van den manhaften zeeheld Cornelis Tromp.
Op de afbeelding van den heere van Raaphorst.
Op de afbeelding van den heere Willem van Zon, Domheer te Oud-munster.
Op de afbeelding van mejuffrouwe Helena vander Hek, gemalinne vanden heere Willem van Zon.
Op de afbeelding van den heere Simon Schynvoet.
Op de afbeelding van den heere Jan Welzing.
Op de afbeelding van den heere Govaart Bidloo den Ouden; door Nikolaas Bidloo Lambertsz.
Op de afbeelding van mejuffrouwe Joanna Koerten, huisvrouwe vanden heere Adriaan Blok.
Verjaargedichten.
Harderszang op den eerstgebooren zoon van den heere Michiel Elias, en mejuffrouwe Maria Margareta Wildschut.
Aan jongkvrouwe Joanna Louize van Zon; op haar eersten verjaardag.
Aan mejuffrouwe Helena vander Hek van Zon: op het zelfde eerste verjaaren.
Aan den heere Willem van Zon; op het zelfde verjaaren.
Op het eerste verjaaren van jongkvrouwe Helena van Zon.
Op het halve jaargety van jongkvrouwen Izabella Jacoba van Zon, en Sara Maria van Zon.
Op het eerste verjaaren van jongkvrouwen Izabella Jacoba van Zon, en Sara Maria van Zon.
Op het verjaaren van jongkvrouwe Joanna Louize van Zon.
Op het verjaaren van jongkvrouwe Sara de Canjoncle.
Op het verjaaren van dr. Ludolph Smids.
Aan den heere Nicolaas Bidloo; op zyn zeventienden verjaardag.
Aan den heere Cornelis Hobbe; op zyn E. verjaargetyde.
Op de geboorte van mejuffrouwe Sara Hardebol.
Op het verjaaren van mejuffrouwe Katharyne Schaak.
Op het eerste verjaaren van jongkvrouwe Sara Maria Amia.
Op het verjaaren van jongkvrouwe Katharina Maria Dommer.
Op het verjaaren van jongkvrouwe Anna Constantia Dommer.
Op het verjaaren van jongkvrouwe Constantia .....
Op het verjaaren van mevrouwe Cornelia Commelin, vrouwe van Oostwaard; gemalinne van den heere Jan Daems.
Op het verjaaren van den heere Jean de la Fontaine; voor zyn zuster Cornelia de la Fontaine.
Op het eerste jaargety van jongkheer Isaak de la Fontaine, zoontje van den heere Isaak de la Fontaine, en mejuffrouw Hester Muissart.
Op het verjaaren van mejuffrouwe Joanna Muissart, weduwe van den heere Joan de la Fontaine.
Op het verjaaren van den heere Sybrand Feitama.
Op het verjaaren van den heere Koenraad van Ditsom.
Op het verjaaren van mejuffrouwe Margareta van Ditsom.
Op het verjaaren van den heere Francois vander Schagen.
Op het verjaaren van den hooggeleerden heere Petrus Francius, hoogleeraar in de Historiën te Amsteldam.
Geboortezang voor den heere Joan Pluimer, en mejuffrouwe Maria Hagenaar. Beide verjaard den XIVden van Herfstmaand, MDCLXXIV.
Als de heer Joan Pluimer op zyn verjaarfeest met een laurierkrans was gekroond.
Op het verjaaren van den uytmuntendsten der dichteren Joost vanden Vondel.
Aan den kunstigen tooneelspeeler Hermanus Koning; op zyn verjaargetyde.
Op het verjaaren van den heere Jasper Lemmers.
Op het verjaaren van den heere .... vander Heiden.
Op het verjaaren van mejuffrouwe Klara Bertholds. Aan dr. Ludolph Smids.
Aan den heere Joan Goris, rector der Latynsche schoolen te Amsteldam; als zyn E. op den XXsten van Lentemaand verjaarde.
Ter verjaaringe van den heere Joan vander Smisse.
Geboortegroete aan den jongen heere Job van Meekeren.
Op het verjaaren van den hooggeleerden heere dr. Jacob Jongbloed.
Aan Dirkje .... weduwe van Jasper Goris.
Op het tweede verjaaren van den heere Jan de Canjoncle, en zyn echtgenoote juffr. Sara de Geus.
Aan mejuffrouwe Cornelia vander Veer, uitmuntende dichteres aan 't Y; op haar E. verjaaren.
Op 't vierde jaargety van den heere Salomo Joannes.
Op het eerste jaargety van den heere Isaak Spruit.
Op het eerste verjaaren van jongkheere Mattheus David Amia.
Op het verjaaren van mejuffrouwe Lucretia Roldanus.
Op het verjaaren van den hoog edelen heere den heere Jacob Cleyburg, kapitein van het edel Mog: Collegie ter Admiraliteit te Amsteldam.
Op het verjaaren van mejuffrouw Catalina Bargeus, weduwe van den heere en mr. Joan Busschof.
Op den vierenzestigsten verjaardag van den heere Pieter Steenhuizen.
Op het verjaaren van mejuffer Agnes Sassenraad.
Aan den heere N.N. op zyn E. verjaargetyde.
Op het verjaaren van jongkvrouwe Alida ..... aan haar E. eerwaarden vader.
Aan mejuffer Klementia van Kuilenburg; op haar E. verjaardag.
Op het verjaaren van myn waarden vader Jacob Lescailje.
Aan myn lieve moeder Alida Verwou; op haar E. verjaaren.
Aan myn waarde zuster Aletta Lescailje; op haar E. verjaaren.
Aan de bloempjes gevlochten voor jongkvrouwe N.N. op haar E. verjaaren.
Op het verjaaren van den heere Hendrik Schreuder van Draag; schryvende onder zyn ongemeene gedichten, liefhebber der waarheid, poëet, en mathematicus.
Op het verjaaren van mejuffer N.N.
Op het verjaaren van jongkvrouwe Alida de Les.
Aan jongkvrouwe Margareta . . . . op haar E. verjaaren.
Geboortegroete aan mejuffrouwe Helena . . .
Op het verjaaren van . . . . . . . .
Mengeldichten.
Gezang op Doornburg, Lusthoove van den heere Willem van Zon, Domheer van Oud Munster.
Dordrechts vermaaklykheden; aan den welgeleerden heere Joan Goris.
Tytir, harderszang.
Redegund, herderskout.
Op Redegund.
Rozenmond, hardersklagt.
Aan Rozemond.
De klaagende Ystroom; op het vertrek van Clarimene.
Aan Galathé.
Onrust der liefde.
Op een kipje; verdronken op Doornburg aan de Vecht.
Aan den heere Willem van Zon; na myn vertrek van Doornburg.
Aan den heere Henrik de Roo; op zyn vertrek naar Spanje.
Op het afscheid van jongkvrouwe Ida Hochepied naar Oostindië.
Klachten aan myn afweezende feizant.
De bezige Minerve op de nieuwe drukkery van den achtbaaren heere dr. Johan Blaeuw, raad en oud Scheepen der stad Amsteldam, enz.
Op het afbranden der nieuwe drukkery van den achtbaaren heere dr. Joan Blaeuw, raad en oud Scheepen der stad Amsteldam &c.
Aan den heere Cornelis Elias, bevestigd tot leeraar der kerke van Amstelveen.
Ter inwyding van den heere Cornelis Elias, tot leeraar der zelfde kerke.
Ter kloosterstaatsy van de godminnende zuster Helena Francisca Staats, bevestigd in de orde van de zusteren der penitentie, onder den darden regel van den H.V. Franciscus, te Hussen, den XXIXsten van zomermaand, MDCLXXXVIII.
Op het geestelyk huwlyk van jongkvrouwe Lodowina Poppe.
Op de inwyding van den heere Petrus Suurendonk, ter schoolvoogdy te Amsteldam.
Op den heere Rudolphus Steenbergen; toen zyn E. tot der beide rechten doktor was ingewyd.
Aan den heere Joan Pluimer; toen hem de koning van Groot Brittanje een goude gedenkpenning had geschonken.
Aan den zelfden heere; toen zyn E. myn treurspel Nikomedes ten tooneele voerde.
Aan den heere Joan van Meekeren; met myn treurspel Ariadne.
Aan den heere Ysbrand Vincent.
Aan den heere Lambertus Bidloo.
Aan den heere Johannes Vollenhove; over zyn gezang op 't nederstorten van de Domkerk te Utrecht, den Isten van Oogstmaand, MDCLXXIV.
Opdragt van myn treurspel Genserik, aan den heere Wilhem van Zon.
Opdragt van myn treurspel Herkules en Dianira, aan den heere mr. Harmannus Amai, rechtsgeleerden.
Aan den eerwaarden hooggeleerden heere Do. Wilhelmus Sluiter, getrouwen harder en leeraar van Gods kerk te Eibergen; toen zyn E. my zyn zanglust verëerde.
Aan de E. godvruchtige en geestige juffrouw Katharine Lescailje; na den trant en rymwoorden in haar soet gedicht aan my gesonden.
Weerklank aan den eerwaarden hooggeleerden heere D. Wilhelmus Sluiter, naarstig opziender en leeraar van Gods gemeente te Eibergen.
Onschuld aan den eerwaarden godzaligen hooggeleerden heere Do. Wilhelmus Sluiter, herder en leeraar van Gods gemeinte Eibergen.
Op het vertrek van de vermaarde dichteresse mejuffrouw Cornelia vander Veer.
Aan de konstige en soetvloeijende dichteresse Catharina Lescailje; toen haar E. my met een adieu en welkomst wegens myn Brielse reis had gelieven te vereeren.
Aan de geestryke Juffrouw Cornelia vander Veer; toen haar E. my eenige zedevaerzen had toegezonden.
Aan de vermaarde zangster mejuffrouw Cornelia vander Veer.
Aan de kunstryke poëetes mejuffrouw Cornelia van der Veer; toen ik haar E. geboortedag niet had geviert.
Klaghte aan de volgeestige Katharine Lescailje.
Aan de konst-en roemryke mejuffrouwe Cornelia vander Veer.
Aan juffrouw Sara de Canjoncle; nevens een Hollandschen Parnas.
Verlooren en wedergevonden vriendschap.
Aan jongkvrouwe Sara de Canjoncle.
Aan mejuffer Helena vander Hek.
Aan mevrouwe Yda Hochepied Dispontyn; met myn tooneelpoëzy.
Aan jongkvrouwe N: N: met myn treurspeelen.
Aan mejuffrouwe Anna . . . met myn tooneelpoëzy.
Aan juffer Maria Barnsteen; met de bybelsche gezangen van den heere Laurens Baake.
Op een gedenkpenning.
Korte inhoud van Virginia, treurspel.
Korte inhoud van Amfitruo, blyspel.
Op den Knorrepot; van den heere Izaak de Pinto.
Op de Amsteldamsche schouburg; hersteld in wintermaand MDCLXXXVIII.
Aan de koning van Grootbrittanje; op het veroveren van Naamen.
Aan den heere mr. Joan vander Merct.
Op het huwelyk van Thomas **** oud XXVI jaaren, en Grietje **** oud XLVIII jaaren.
Aan N.N.
De deugd en wysheid boven alles te roemen.
Bladwyzer des eersten deels.
Drukfeilen des eersten deels.