O rijkdom van het onvoltooide(1977)–J.H. Leopold– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] [Jezus, die door de wereld ging] Jezus, die door de wereld ging, was in een landstad aangekomen en had zijn ongemerkten weg over het marktplein heen genomen En zag een hond stroef als een wolf, plat op de steenen, onbewogen, wiens leven heengeweken was, wiens Jozef uit de put getogen. En om het kreng verrot en vocht stonden de menschen stil en keken en waren bits: een gierenzwerm, die op een aas is neergestreken. En een: de walg van dit gezicht benevelt en verwart het hoofd met troebelingen als een kaars roetwalmend door de wind gedoofd. Een ander: van dit gistend vod en vuil het eenigste gewin is duisternissen voor het oog en schrik en afschuw voor den zin. Zoo zong een ieder daar zijn lied maar allen in denzelfden toon [pagina 62] [p. 62] en overstelpten met verwijt en spraken bitterheid en hoon. Jezus zag naar het liggend dier en sprak en zeide enkel dit en was beschamende rondom: de tanden zijn als paarlen wit. Vorige Volgende