O rijkdom van het onvoltooide(1977)–J.H. Leopold– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] [Laat ik nu leggen lichte dingen] Laat ik nu leggen lichte dingen op haren lijf en gauw verganke- lijke, laat het zijn rozeranken en bloemen andere en trosseringen en wiekevlokken van groote bleeke vlinders en blanke dauw geregen aan herfstrag, alles wat van de veege lente nog is, die gauw verstreken; en iets van zonlicht, nu ik het kuisch en koel en treurig heb bevonden, nu mocht ik het sprenkelen in het ronde rijkelijk om in de doodenkluis... en ijl gerucht van een mompelwoord van menschen, die gaan onder het raam, daar wordt gesproken met uw naam en ‘zij is dood, ze is dood’ gehoord. Vorige Volgende