van zich te mogen beschouwen als het middelpunt van het Rijk - is niet eens dat van het Provinciaal Bestuur, en had, voor de scheiding van Noord- en Zuid-Holland, zelfs geen gerechtshof binnen zijne muren.
Dit eerste kenmerk eener hoofdstad ontbreekt dus geheel. Maar heeft wellicht Amsterdam het voorrecht, dat het door 's Lands Regeering meer bijzonder begunstigd, dat het behandeld wordt als de parel, waarop geheel Nederland trotsch is, als een pronkstuk, tot welks onderhoud en vorming heel Nederland bijdraagt? De begrootingen van Frankrijk, van België, van Pruisen, wijzen telkenjare aanzienlijke sommen aan, bestemd om den luister der hoofdstad te bevorderen, en haar op die wijze meer en meer tot het brandpunt te bestemmen, vanwaar de verlichting, de beschaving, de kunsten en wetenschappen hare stralen spreiden naar de overige deelen des Rijks. Op deze vraag, waar 't Amsterdam geldt, kan alleen worden geantwoord, dat Amsterdam tot nog toe voor 's Lands rekening niet veel anders naar buiten verspreidt dan... brieven.
Is er dan misschien, ten gevolge der inrichting van onzen Staat, aan Amsterdam eenig politiek voorrecht geschonken? - Zulk eene vraag kan alleen door een vreemdeling worden gedaan. Wij Nederlanders, en vooral wij Amsterdammers, weten, dat de hoofdstad door dezelfde gemeentewet beheerscht en op gelijke wijze bestuurd wordt als Urk en Buiksloot.
Een voorrecht echter is aan Amsterdam, en dat nog wel bij de Grondwet, toegekend. Deze bepaalt namelijk in Art. 50, dat de Koning binnen die stad wordt ingehuldigd. Ongelukkig is dat een dier voorrechten, waarvan elk rechtgeaard Amsterdammer moet wenschen, dat de stad zoo spaarzaam mogelijk gebruik behoeve te maken. - Doch bij het vermelden van dat voorrecht mag ik niet nalaten, de aandacht te vestigen op de omstandigheid, dat Amsterdam