Harnassen, moriljons, Japansche ponjerts, bont,
En rafelkragen, die hy schilderachtig vond.’ -
Hy was gewoon te zeggen, dat dit zijn antieken waren.
Bladz. 190, reg. 6 v.o. de eene of andere waschvrouw.
Dezelfde pels zegt dat Rembrandt,
‘Als hy een naakte vrouw, gelijk somtijds gebeurde,
Zoû schild'ren, tot model geen Grieksche Venus keurde,
Maar eer een waschster of turftreedster uit een schuur.’
Bladz. 191, reg. 1 v.o. Ik heb Italiaansche voorbeelden genoeg nageteekend... toen ik by Pinas was.
Rembrandt genoot het eerste onderwijs in de kunst by Jacob Izaksz van Zwanenburg, te Leyden, by wien hy drie maanden bleef, toen zes maanden te Amsterdam by Pieter Lastman, en later nog eenige maanden by Jacob Pinas te Haarlem. - Ofschoon ongenegen, de Italiaansche manier blind na te volgen, gelijk toen de smaak was, deed hy echter regt aan de Italiaansche School, uit welke hy vele der fraaiste teekeningen en prenten verzamelde.
Bladz. 197, reg. 22. Het pakhuis op de Bloemgracht.
Rembrandt, zich te Amsterdam nedergezet en een genoegzaam getal leerlingen hebbende opgedaan, huurde een Pakhuis op de Bloemgracht, waar zijn Leerlingen ieder een vertrek van papier of zeildoek voor zich afschoten.
Bladz. 198, reg. 5 v.o. - ik kom met vredesvoorslagen. Volgends De Levensbeschrijving van P. Rubbens te Amsterdam, by Joh. Smit 1774, zoude Rubbens, om zich te verstrooien na den dood zijner eerste vrouw Izabella Brandt, die op 29 September 1626 overleed, reeds toen, een reisjen naar Holland hebben gemaakt, en wel onder geleide van den beroemden kunstschilder Sandrart, wien hy te Utrecht aantrof, en die hem naar Amsterdam en 's Gravenhage met de toen levende kunstenaars en kunstminnaars in betrekking bracht. De Levensbeschrijver gist, dat een kommissie, door de Aartshertogin Izabella aan Rubbens opgedragen, het geheime doel dier reis geweest zij. Zeker is het, dat hy in 't volgende jaar (Sept. 1627) door Koning Philips IV van Spanje tot Sekretaris van den geheimen Raad der Aartshertogin