Ruwaardes Geertruida.
Historische voorstelling.
Het was op verzoek en ten gevalle van Mevrouw de Weduwe engelman, geb. bia, die hare vijf-en-twintigjarige verbintenis met den Schouwburg, welken zy in 't jaar 1821 als aankomend meisjen betreden had, zoude vieren, dat ik het drama schreef, 't welk hier achter volgt. Het publiek, dat op een benefietvoorstelling verschijnt, is altijd een welwillend publiek en geneigd om ter wille van den akteur of de aktrice, aan wien het den tol zijner belangstelling brengen komt, de gebreken van het by die gelegenheid opgevoerde werk te verschonen. Het was deze gedachte, welke my by de vervaardiging van de Ruwaardes bemoedigde; want anders gevoelde ik, welk een hachlijke daad het was, onder de toen bestaande omstandigheden een drama in vaerzen te doen opvoeren. De Schouwburg had achtereenvolgends zware verliezen geleden. Jelgerhuis, de treffelijke vertegenwoordiger der oude traditiën, was reeds een geruimen tijd overleden. Evers en vroombrouck, beiden hoogst verdienstelijke tolken van des dichters werk, hadden den Schouwburg voor goed verlaten. Engelman, die door zijn beschaafd en natuurlijk spel en door vlijtige studie het meer en meer verzwakkende van zijn stemgeluid vergoedde, was kort te voren door een uitteerende ziekte