Naschrift.
Ik acht het niet ondienstig, mijnen lezers hier by wijze van naschrift te doen opmerken, dat de Voorzang dezer Legende reeds in den jare 1828 geschreven was, toen de roem, welken zich Sultan Mahmoud in den veldtocht van dat jaar verworven had, nog niet door den glans der heldendaden van Diebitsch en Paskcwitz verduisterd was. Ter vermijding eener verkeerde uitlegging van hetgeen ik ten opzichte des Turkschen krijgs in dien Voorzang had nedergezet, zal deze herinnering, vertrouw ik, genoegzaam zijn.