lezer van een roman is reeds door den tytel gewaarschuwd, dat hij waarheid en verdichting door een gemengd zal vinden: en hij heeft het zichzelf te wijten, zoo hij alles voor goede munt opneemt. De dagblad- en historieschrijver daarentegen beloven waarheid: - en hoevelen onder hen zijn er, die woord houden?
In de tafereelen, welke ik thands den lezer aanbied, en welke ik naar eene chronologische orde denk te vervolgen, zoolang mij het schrijven en het publiek het lezen daarvan niet verveelt, zal echter de verdichting zeer licht van de waarheid te onderkennen zijn. Omtrent al wat de volgorde en den afloop der gebeurtenissen, de gewoonten en zeden, de karakters der bestaan hebbende personen betreft, zal ik zoo getrouw mogelijk teruggeven, hetgeen het gezach van vroegere schrijvers mij geleerd heeft: en faal ik, de schuld zal niet bij mij, maar bij hen gelegen zijn. Ik zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen in te richten, dat zij, ofschoon met elkander in onmiddellijk verband staande, echter te samengenomen de trapsgewijze ont-