het leest terstond de overtuiging geeft, dat er niet van aanhalingen van goederen, maar van aanhalingen uit schrijvers sprake zal zijn.
Maar zal dat nu zoo veel vermakelijker zijn?
Dat zal de uitkomst leeren: dit weet ik, dat er een zeer vermakelijk boek over hetzelfde onderwerp bestaat van Edouard Fournier, dat tot titel heeft l'Esprit des autres en reeds een tal van uitgaven heeft beleefd (de mijne, van 1861, is de vierde). Dat boek behandelt hetzelfde onderwerp, en ik raad iedereen, die zich op een aangename wijze verstrooien wil, het te koopen en te lezen. Het zal mij bij mijnen arbeid tot leiddraad dienen of, beter gezegd, ik zal er heel wat uit overnemen: want om zijne leiding te volgen, daartoe springt hij mij wel wat veel van den hak op den tak en wij Hollanders zijn van ouds gewend om in verhandelingen, een preêk, of een wetenschappelijk boek, een bepaalde methode en verdeeling te verlangen; dat maakt, als men iets wil naslaan, het zoeken gemakkelijker. Toch vlei ik mij, dat het brengen van een wenschelijke orde in mijn werk er daarom geen stijfheid aan geven zal, en de stof verschaft aanleiding genoeg tot verscheidenheid, die even zeer wenschelijk is. Maar bovenal wensch ik, dat menigeen met mijn opstel zijn profijt doe, en dit alleen is reden genoeg, dat ik mijn beste pogingen zal aanwenden om het zoo min mogelijk droog te maken.
Ik zal dan, om ordelijk voort te gaan, in de eerste plaats handelen over de vraag: