[Eerste deel]
Voorbericht.
Het Tafereel, dat ik den goedgunstig en lezer aanbied, kan op den naam van Roman geen aanspraak maken, althands voor zoo verre een verzierde intrigue, het wezen van den Roman uitmaakt. Immers, de intrigue, die het onderwerp van mijn verhaal uitmaakt, is niet verzierd, maar heeft werkelijk plaats gehad, tusschen dezelfde hoofdpersonen, welke door my zijn opgevoerd, en, byna in alle byzonderheden, op de wijze, gelijk door my beschreven is. Zelfs al komen de namen van Van Espenblad en van hoogstens twee of drie andere akteurs van mijn drama niet in de Geschiedenis voor, zoo zijn zy, die ze voeren, toch wel degelijk historische typen, en heb ik my niet van pseudonymen bediend, dan om redenen van welvoegelijkheid, die, vertrouw ik, gebillijkt zullen worden.