Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Filosofie van het landschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,86 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/filosofie-ethiek
non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Filosofie van het landschap

(1970)–Ton Lemaire

Vorige
[p. 248]

Nawoord bij de zevende druk

Landschappen in velerlei gedaanten hebben me vanaf mijn jeugd gefascineerd. Pas veel later begreep ik wat eigenlijk de diepste redenen daarvan zijn geweest. Ik wil die, tot hun essentie teruggebracht, als volgt samenvatten. Op de eerste plaats is het landschap neerslag van de ontmoeting van mens en aarde, van natuur en cultuur, en wel in gradaties van intensiteit en stoffelijkheid. Een cultuurlandschap is letterlijk door menselijke arbeid en vormgeving ontstaan, maar een schilderij van een eenzaam bergtafereel is evenzeer een landschap omdat het berust op een emotionele en esthetische ontmoeting met de natuur.

Bovendien hebben landschappen me geboeid omdat juist daarin de tegenstellingen van de moderne tijd zichtbaar worden. Landschap heeft namelijk twee nogal verschillende betekenissen: een natuurwetenschappelijke, die berust op een nuchtere en objectiverende verhouding tot de aarde en haar onderwerping mogelijk maakt, en een emotionele en meer esthetische, die aanvulling en compensatie biedt voor de eenzijdigheid van de eerste. Met andere woorden: in één hetzelfde begrip worden uitgedrukt díe houding tot de wereld waarop de moderne maatschappij met haar welvaart is gebaseerd en tegelijk datgene wat daarvan de prijs is. Daarom belichaamt het landschap bij uitstek de ambivalentie van de vooruitgang - een centraal thema ook in mijn later werk - en herinnert het ons aan onze gespletenheid. Het houdt ons een spiegel voor van de spanningsverhoudingen in onze cultuur omdat onze cultuur en geschiedenis zich in al hun rijkdom en tegenstellingen in het landschap hebben geobjectiveerd.

[p. 249]

Ik vermoed dat men in Nederland eerder en heftiger met de ambivalentie van moderniteit en vooruitgang wordt geconfronteerd dan elders. Want nergens wellicht is de bevolking zo dicht, de welvaart zo groot, de mobiliteit zo intens en het milieubesef zo levendig. In dezelfde landschappen die door bevolkingsgroei, economische groei en technologische ontwikkeling in een parkstad aan het veranderen zijn, willen we toch ook wandelen en recreëren, genieten van de schoonheid van de natuur en zelfs van de wildernis, en wensen we een houvast voor onze herinneringen. Nooit zijn onze landschappen zo snel veranderd als nu en is de druk op de ruime zo groot geweest. Daarom is de laatste decennia terecht de belangstelling voor het landschap in brede kringen van de bevolking en in diverse disciplines sterk toegenomen. Hoe Nederland dit probleem van de leeftbaarheid en bewoonbaarheid in een dynamische welvaartsmaatschappij zal oplossen, is van het grootste belang voor onszelf, maar wellicht ook een testcase voor de rest van Europa.

 

Ook na Filosofie van het landschap heb ik nog over het landschap geschreven. Voor eventuele geïnteresseerden geef ik hier een lijstje van mijn voornaamste publicaties sindsdien:

1992 - ‘Tussen Wildernis en Wasteland’, in: Wasteland, landscape from now on, Gierstberg & Vroege (ed.). 010 Publ. (Fotografie Biennale), Rotterdam, 9-14.
1996 - Verloren landschap',De Gids, jg. 158, 2:120-123.
1997 - ‘Archaeology between the Invention and the Destruction of the Landscape’, Archaeological Dialogues, Leiden, jg. 4, 1:5-21.
1999 - ‘Lost Landscape?’ in: The Low Countries, Yearbook, Ons Erfdeel, Rekkem: 53-59.
1999a - ‘Landschap in meervoud: op weg naar een gespleten landschap?’ (i.s.m. J. Kolen), in:Landschap in meervoud, perspectieven op het Nederlandse landschap in de
[p. 250]
  20e/21e eeuw, J. Kolen & T. Lemaire (red.), van Arkel, Utrecht: 11-26.
1999b - ‘Een wijsgerige wandeling door het landschap’, ibidem: 57-70.

Ik wijs er ten slotte op dat mijn boek Wandelenderwijs, sporen in het landschap (Ambo, 1997), deels over landschappen gaat en dat in Met open zinnen (Ambo, 2002) hoofdstuk 3 aan ‘landschappen’ is gewijd.

 

T.L. augustus 2002


Vorige