S. 4. No. 99a.
Herziening.
Verscheen voor de gezegde Speciale Commissie de bovengemelde Christiaan Martinus de Beer, die verklaarde, nadat de bovengenoemde getuigenis hem klaar en duidelijk was voorgelezen, er bij te blijven, niet begeerende dat er iets aan toegevoegd, of er van weggenomen zoude worden, uitgenomen alleen ‘dat Stephanus Bothma niet express gekomen was om den bovengemelden Hottentot te halen, maar dat hij naar hem gekomen zijnde, den gezegden Hottentot toeliet om met hem te gaan volgens belofte door hem gedaan.’
Ter bekrachtiging van de waarheid van welke, de getuige deze solemneele woorden sprak:
‘Zoo helpe mij God Almachtig!’
In tegenwoordigheid van den gevangene, Stephanus Cornelis Bothma, die verklaarde niet eenige kruisvraag te hebben om aan den getuige te doen.
Gedaan te Uitenhagen, den 13den Januarij 1816.
(Get:) Christiaan Martinus de Beer.
Commissarissen:
(Get:) P. Diemel,
W. Hiddingh.
In mijne tegenwoordigheid,
(Get:) G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.