3.
Zijt gij allen naar de bestemde plaats gereden? |
Antwoord: Ja. |
4.
Hoe hebt gij 't op Slagtersnek evonden? |
Antwoord: Daar heb ik Willem Krugel gevonden, aan wien ik uit, hoofde dat ik zeere oogen had, zoodat ik 't niet langer uithouden konde, verzogt heb om naar huis te rijden, 't geen hij mij heeft toegestaan, en toen ben ik weggereden: ik ben er omtrent een uur geweest. |
5.
Wien vondt gij meer met Willem Krugel? |
Antwoord: Ik denk 30 à 40 menschen, onder welke was Johannes Bezuidenhout. |
6.
Zijt gij naderhand weder onder die menschen geweest? |
Antwoord: Neen, ik ben tehuis gebleven. |
7.
Heeft, behalve W. Krugel, ook iemand anders u toestemming gegeven om naar huis te rijden? |
Antwoord: Ik heb 't maar alleen aan W. Krugel gevraagd, en die heeft 't mij toegestaan, maar ik weet niet of hij er met een ander over gesproken heeft, want mijne oogen waren al te zeer. |
Aldus, &c., 3 Januarij 1816.
Als Gecommitteerdens:
P. Diemel.
W. Hiddingh.
(Get:) Petrus Johannes Fourie.
Mij present:
G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.