1.
Heb ik niet maar den Kaffer, door u genoemd, gevraagd, waar hij van daan kwam, en wat hij kwam doen? |
Antwoord: Gij hebt hem dat gevraagd, maar gij hebt hem ook tevens gevraagd waar oude Faber was, en hoe het was met de Kaffers, en daarop heeft hij geantwoord zooals ik gezegd heb. |
2.
Heeft hij niet gezegd dat hij van de Baviaansrivier kwam, om een stuk ijzer te halen dat beloofd was door Bezuidenhout en Faber aan een der Kaffer opperhoofden? |
Antwoord: Ja, dat is waar. |
Hierop hield getuige zich aan zijne antwoorden, verklarende dat zij de werkelijke waarheid waren.
Gedaan te Uitenhagen den 15den Januarij, 1816.
Commissarissen:
(Get.) P. Diemel.
W. Hiddingh.
Dit X is het merk van den Hottentot, Paul, die verklaarde niet te kunnen schrijven.