25.
Was die Jacobus Venter te paard? |
Antwoord: Neen, met een wagen om meel naar de posten te gaan verkoopen. |
26.
Hoe ver van de plaats van Martinus Prinslo hebt gij denzelven ontmoet? |
Antwoord: Omtrent een uur te voet aan de andere zijde van Allemansfontein. |
27.
Op welken tijd van den dag hebt gij hem ontmoet? |
Antwoord: Omtrent den middag. |
28.
Wat was uwe gedagte toen gij hoordet dat Prinslo gevangen was, daar gij op die plaats van een gerugt van opstand hadt gehoord? |
Antwoord: Wat zoude mijn gedagte zijn geweest? Ik ben zoo maar naar huis gereden. |
29.
Waarom hebt gij dit mij niet verhaald, toen ik u voor eenige dagen hierover heb gesproken? |
Antwoord: Ik heb er toen niet op gedagt; maar nader mijne gedagten laten gaan, en toen is 't mij bijgevallen. |
30.
Is er niets meer hiervan gehoord? |
Antwoord: Neen. |
31.
Zijt gij bereid deze uwe antwoorden met solemneelen eed te bevestigen? |
Antwoord: Ja. |
Niets meer &c.
Aldus &c., 30 December 1815.
Als Gecommitteerdens:
P. Diemel.
W. Hiddingh.
Dit × is 't merk van Lucas Delport, verklarende niet te kunnen schrijven.
Mij present:
G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.