|
gelegd, en toen is hem, nadat Luit. McInnes order gegeven had om te vuren, door Sievert Baartman 't geweer uit de hand geschoten, waarna hij, een ander geweer opgenomen hebbende, en daarmede weder willende schieten, hij door Christiaan Rasmus, van de Compagnie van Capt. Andrews, in den arm is geschoten geworden, waarna hij geloopen is naar den wagen van Faber, welke een vijftig treden daarvan af was, en agter denzelven door zijne vrouw een doek om den arm is gebonden. Daarna is hij, van den wagen af naar zijnen wagen terugkomende, door ons volk, dat aan den anderen kant te paard was, geschoten geworden, zijnde hij in de zijde geraakt, gelijk ik naderhand gezien heb. Hij heeft nog eenigen tijd geleefd, en nog een eind weegs op den wagen mede gereden, doch is daarna gestorven. Hij heeft nog gezegd dat het door het ompraten van andere menschen was geweest dat hij te dier plaatse gekregen was, want dat hij anderszins in Kafferland zoude zijn geweest, en daar het schot niet gekregen hebben. |
Zijt gij bereid de door u gegeven depositie (desvereischt) verder gestand te doen? |
Zegt: - Ja. |
Niets meer &c.
Aldus &c., 19 December 1815.
Dit + is het merk van Stuurman Platje, verklarende niet te kunnen schrijven.
Mij present:
G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.
Als Gecommitteerdens:
P. Diemel.
W. Hiddingh.