Subjectieve reportage(1940)–L.Th. Lehmann– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 24] [p. 24] De weerprofeet Lyriek, allang ben ik er uitgegroeid, steeds open was voor mij het wereldboek, ik zie het stof reeds in de onweershoek wanneer in 't zenith heel de zon nog gloeit. De regen hangt aan vaste lijnen neer, niemand ziet dat, of hij verkalkt of fleemt en soms als borrel, wat natuur inneemt. Ik blijf steeds zakelijk, voorspel het weer, leef als een dier in 't schrijden van 't seizoen. Maar vreemd dat 'k met dit leven nooit verzoen haar, die het meest met zon en wind verblijft. 't Is droevig dat ik nimmer kan verstaan dat haar een eigen tij en hemel drijft, of zag te laat en paste mij niet aan. Vorige