Subjectieve reportage(1940)–L.Th. Lehmann– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] XXX Ik ben blasé van ruimt' en hemellichten, de zonneschijn is een versleten kleed, te ruim voor mij alleen. Dikwijls verdichten zich ogen tot de polen van 'n magneet. Ik zie hoe dikwijls uit vrouwengezichten een zuiver spiegelbeeld naar voren treedt, mijn handen die zich naar de hare richten, maar wordt bekropen door een dubbel leed: Zij gaat voorbij als velen reeds tevoren, ik twijfel diep wat deze kans mij was. Elk eilandleven zal ik zelf verstoren, er wonen vrouwen van de Noordkaap tot Madras en klein is nog de groep waaruit 'k moet kiezen, haar aan wie 'k duizend bet're zal verliezen. Vorige Volgende