Alle de brieven. Deel 11: 1695-1696
(1983)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| ||||||
Korte inhoud:Waarom haringen weinig voedsel gebruiken en toch vet zijn. Wormen uit de maag van een haring. Haringen gebruiken plankton als voedsel, en soms eieren van andere haringen. Wormen boren zich door de maagwand van de haring en een vergelijking met kippen die spelden gegeten hebben. Plantedelen en een slakje in haringmagen. Ook steuren nemen voedsel tot zich en wel garnalen. Vergelijking tussen haringen die vet worden en kabeljauwen die meer visvlees krijgen bij voedselopname. Kleine vissen zwemmen tegen de stroom op en hebben grote ogen om zo gemakkelijker voedsel te verwerven. | ||||||
Opmerking:De hier afgedrukte tekst is die van uitgave A. | ||||||
Letter No. 163 [97]
| ||||||
Published in:
| ||||||
Summary:Why herring take little food and yet are fat. Worms from the stomach of a herring. Herring use plankton as food, and sometimes eggs of other herring. Worms drill through the stomach wall of the herring; a comparison with chickens which have swallowed pins. Parts of plants and a small snail in herring stomachs. Sturgeon too take food, viz. shrimp. Comparison between herring which grow fat and codfish which put on more flesh when they take food. Small fishes swim against the current and have large eyes, to enable them to catch food more easily. | ||||||
Remark:The text as here printed is that of edition A. | ||||||
Delft den 28. December. 1695.
Wel Edele Gestrengen Heere.Ga naar voetnoot1)
WAnneerGa naar voetnoot2) ik te meer male mijne gedagten hadde laten gaan op het veelvuldig vet, waar mede de ingewanden van de Rivier Vissen, als deselvige van overvloet van voetsel versien zyn, beset is, ende datGa naar voetnoot3) in tegendeel de meeste Zee-Vis, als Cabbeljaauw, Schelvis, Wyting, Tarbot, Schollen, enz. hoe gevoet of swaar van vis die zyn, my noyt en zyn te vooren gekomen, dat hare ingewanden met vet beset zyn, ende dat wederGa naar voetnoot4) de ingewanden van de Haringen, niet alleen met veel vet zyn beset, maar ook de gantsche vis met zoo veel vet beladen is, dat in het opsnydenGa naar voetnoot5) van den Haring het vet by het Mes neder druyptGa naar voetnoot6), en voornamentlijk in die tyd als den Haring zoodanig gestelt is, dat de hom ofte kuyt in groote begint toe te nemen, welke Haring als dan by ons, een maatgens HaringGa naar voetnoot7) genoemt werd. Ga naar margenoot+Ik was dan begeerig om te weten wat voetsel de Haringe gebruykte, en tot dien eynde verscheyde luyden die den Haring waren vangende, af vragende wat spijs de Haring in zyn maag, die ze de robGa naar voetnoot8) noemen, hadde, als ze die waren vangende, doorgaansGa naar voetnoot9) tot antwoort kreeg, dat ze noyt en hadde ondervondenGa naar voetnoot10), dat de Haring eenige spijs in maag of darmen haddeGa naar voetnoot11), als alleen dat ik een Coopman en Reeder van Haring-buysen aan trof die my onder regteGa naar voetnoot12), dat op zekere oort in de Zee op de Schotse kust Haring gevangen wierde, die visjens in haar maag hadde, en welke Haring ook niet lang konde goet blyvenGa naar voetnoot13). | ||||||
Delft, the 28th of December, 1695.
Right Honourable SirGa naar voetnoot1),
I have repeatedly turned my thoughts to the plentiful fat with which the intestines of River-Fishes are coated when they are provided with plenty of food, whilst on the contrary it has never come to my notice that the intestines of most Sea-Fishes, such as Cod, Haddock, Whiting, Turbot, Plaice, etc., are coated with fat, however well-fed or heavy as to their fishy parts they may be, whilst on the other hand the intestines of Herrings not only are coated with much fat, but the whole fish also is laden with so much fat that when the Herring is opened, the fat drips from the KnifeGa naar voetnoot2), and particularly at the time when the Herring is in the condition where the milt or the roe is beginning to increase in size, which Herring is then called a Matie by us. Ga naar margenoot+I was therefore anxious to know what food the Herring took, and when for that purpose I asked divers people who were catching Herring what food the Herring had in its stomach, which they call the robGa naar voetnoot3), when they caught it, I always got the answer that they had never found the Herring to have any food in its stomach or intestinesGa naar voetnoot4); I only met with a Merchant and Owner of Herring-boats who informed me that in a certain place in the sea off the Scottish coast Herring was caught which had little fishes in their stomachs, which Herring did not keep for longGa naar voetnoot5). | ||||||
Met dese onderrigtinge niet voldaan zijnde, nam ik voor, de tyd waar te nemen, wanneer tot ons te koop gebragt werd, versche Haring die zoo ik onderrigt werde, in de Zuyder Zee, een weynig boven Amsterdam, in grooten overvloet gevangen werdGa naar voetnoot14). Ga naar margenoot+Desen Haring ontrent half Maart in mandensGa naar voetnoot15), by ons te koop komende, nam ik ses Haringen, ende deselvige ontledigende, zag ik in een van deselvige, onder de stoffe die ik uyt de maag haalde, drie distincteGa naar voetnoot16) wormkens, die alle nog leefden, en van een ende deselvige maaksels waren, zijnde een weynig dikker als een hair van ons hooftGa naar voetnoot17) is, uyt gesondert dat ontrent vier hair breeten van het hooftGa naar voetnoot18), het lighaam voor een kleyne spatie, ende dat rondagtig, wel vier maal zoo dik was. Twee van dese dierkens lagen met haar hoofden door de Chyl, of stoffe uyt de maag bedekt, ende het derde lag met zyn hooft in de opene lugt, welk laatste dierke, haalde in desselfs mond, die het doorgaansGa naar voetnoot19) op en toe dede een weynig lugt, welke lugt in een rond bolletge voortgestoote wierde naaGa naar voetnoot20) de rondagtigheyt of dikte van het lighaam, hier vooren verhaaltGa naar voetnoot21). Dit bolletge lugt, en was zoo ras niet geplaast in de dikte van het lighaam, dat ik stelGa naar voetnoot22) de buyk van het dierke te zyn, of het dierke opende in de buyk een rond gaatge, waar uyt het de lugt weder uyt stiet. Dit in halen van de lugt, ende het weder uytstooten van deselvige, schoon het eene bolletge lugt wel tien maal grooter was, als het andere, geschiede zoo lang tot dat mijn gesigt moede was, en dit beschouwen verlietGa naar voetnoot23). Desen Haring hadde ten minsten al vier-en-twintig uren doot geweest, eer ik deselvige quam te beschouwen, en wie weet hoe lang dese dierkens wel in 't leven zouden gebleven hebben, zoo deselvige in de Chyl ende in de maag hadden blyven leggenGa naar voetnoot24). | ||||||
Not being satisfied with this information, I resolved to take advantage of the time when fresh Herring was offered for sale here, which - as I was informed - is caught in great plenty in the Zuyder Zee, a little above AmsterdamGa naar voetnoot6). Ga naar margenoot+This Herring being on sale here in baskets about the middle of March, I took six Herrings, and when I dissected them, I found in one of them, among the substance I took out of the stomach, three separate little wormsGa naar voetnoot7), all of which were still alive and which had the same structure, being a little thicker than a hair from our headGa naar voetnoot8), except that about four hair-breadths from the head [of the worm] the body for some distance was roundish and nearly four times as thick. The heads of two of these animalcules were covered by the Chyle or substance from the stomach and the third had its head in the open air; this latter animalcule inhaled some air into its mouth, which it opened and closed continually, the said air being pushed in a round globule towards the roundish or thick part of the body mentioned aboveGa naar voetnoot9). No sooner had this globule of air entered the thick part of the body, which I assume to be the belly of the animalcule, but the animalcule opened in the belly a small round opening, from which it expelled the air again. This inhalation of the air and its expulsion - though one globule of air was quite ten times bigger than anotherGa naar voetnoot10) - lasted so long a time that my eyes got tired and I stopped this observation. This Herring had been dead for at least twenty-four hours before I observed it, and who knows how long these animalcules might have survived if they had stayed in the Chyle and in the stomachGa naar voetnoot11). | ||||||
Vorders zag ik in de verhaalde dierkens een slangs gewijse ader leggen dat een swartagtig wesen haddeGa naar voetnoot25), welke ader in de lengte van het dierke lag, en benevens die ader zag ik kleyne ronde deeltgens met een uytnemende snelte gins ende weder stooten, dat voor my geen onaangenaam gesigt verwekteGa naar voetnoot26). Een andere Haring hadde by na nietGa naar voetnoot27) dan een roode stoffe in der zelver maag, die door het vergroot-glas beschouwt werdende, most ik oordeelen, dat het kleyne ronde deeltgens waren geweest, die door de beweginge van de maag, ten deele verbryselt waren, want ik zag dat die deelen uyt veele vaatgensGa naar voetnoot28) bestonden, en zoodanig was ook de witagtige Chyl, die ik ook uyt de mage van alle de Haringe haaldeGa naar voetnoot29). Ga naar margenoot+In dese beschouwinge quam het my niet vreemt voor, dat de Zee-man oordeelde dat de Haring geen spijs in de maag was hebbende, eensdeels om dat de Haring op de verhaalde kleyne visjens waren asende, die ze na alle apparentie, in zoo een groote overvloet niet konnen bekomen, dat haar maag in groote werd uytgespannen, gelijk in andere vissen geschietGa naar voetnoot30), en uyt dien hoofde oordeelenGa naar voetnoot31), dat den Haring geen spijs in de maag heeft. Als wy nu zien dat den Haring zoo weynig spijs in de maag heeft, en egterGa naar voetnoot32) zoo uytnemende vet werd in die tijd als hier vooren geseyd, dat der zelver kuyt of hom, zeer kleyn is, zoo moeten wy vast stellenGa naar voetnoot33) dat den Haring de meeste tijd door voetsel gebruykt, ende datGa naar voetnoot34) van zoodanige kleyne visjens, die voor Zeemans oogen verborgen zynGa naar voetnoot35), daarGa naar voetnoot36) andere Vissen hare magen met kleynder vissenGa naar voetnoot37) wel zoodanig over laden, dat de magen haar zoo in groote uytsetten, dat deselvige wel een vyfde of sesde deel van de gantsche groote van de Vis komen uyt te maken, ende dat dus zoodanige Vissen, eenige dagen zynGa naar voetnoot38), eer de Vis ende beenen van deselvige, door de beweginge van de maag, zoo zyn verbryselt, dat die na de darmen kan gesonden werden. | ||||||
Further I saw in the aforesaid animalcules a vein bent like a serpent which had a blackish appearance and lay lengthwise in the animalcule, and near that vein I saw small round particles darting to and fro with exceeding swiftness, which afforded me a spectacle that was not unpleasantGa naar voetnoot12). Another Herring had hardly anything but a red substance in its stomach, and when I viewed it through the magnifying glass, I thought them to be small round particles, which had partly been crushed by the motion of the stomach, for I saw that those particles consisted of many little strings, and so did the whitish Chyle which I also took out of the stomachs of all the HerringsGa naar voetnoot13). Ga naar margenoot+During this observation it did not seem strange to me that the Fisherman thought the Herring had no food in its stomach, on the one hand because the Herring was feeding on the said little fishes, which to all appearance they cannot get in such plenty that their stomach is expanded, as happens in other fishesGa naar voetnoot14), and it is on this account that they consider that the Herring has no food in its stomach. When we now see that the Herring has so little food in its stomach and yet grows so exceedingly fat in the time mentioned above when its milt or roe is very small, we have to assume that the Herring feeds well-nigh all the time, and that on fishes so small that they are hidden from a Fisherman's eyesGa naar voetnoot15), while other Fishes fill their stomachs with smaller fishes to such an extent that the stomachs are expanded so much that they form at least one fifth or one sixth of the whole of the Fish and that [these smaller fishes] are therefore for a few days [in the stomach of the larger fishes] before the flesh and the bones of [the small] Fishes have been crushed so much by the motion of the stomach that they can be conveyed to the intestines. | ||||||
Zien wy nu dat den Haring zoo weynig spijs in de maag, en darmen heeft, en nogtans zeer vet werd, ende dat egter (beeld ik my inGa naar voetnoot39),) uyt overvloet van voetsel, zoo moeten wy besluyten, dat 'er meerder kleyne dierkens of visjens in de Zee zyn, als 'er oyt tot onse gedagten heeft konnen komen, en dus ons niet hebben te verwonderen, waarom den Haring, nu in het eene, dan weder in het andere deel van de Zee, gevangen werd, als ook mede nu op de ondiepte, dan weder dieper onder de Zee, dat al na dat de visjens die tot haar aas verstrekken, haar onthoudenGa naar voetnoot40), ende dat hier het spreekwoort te pas komt, daar het aas is, vergaderen de ArendenGa naar voetnoot41). Ga naar margenoot+Wanneer nu op den laatsten Maart weder versche Haringe te koop quam, ontledigde ik op nieuw verscheyde Haringen, en zag ook dat der zelver lever, immers in zoo een groote uyt stak, als naar advenant in andere VissenGa naar voetnoot42), die mede met een gal blaas wasGa naar voetnoot43) versien. Dese Haringen waren nu zoo verre gekomen, dat veel haar kuyt en hom al quyt waren. In 't beschouwen van de Chyl, zoo uyt de maag als darmen, en konde ik geen verandering vernemen, als dat ik in eenige van haar mage en darme ronde deeltgens ontdekte, die ik voor kuyt van vis aan zag, en nog meer als ik het vlies van die ronde deelen, dat uytnemende stark was, ontstukken hadde gebrooken, dat ik zag dat de binne stoffe uyt een vloeybaar nat bestond, vermengt met grooter en kleynder ronde bolletgensGa naar voetnoot44). Vorders nam ik verscheyde van dese bolletgens, die ik zoo veel van de Chyl scheyde, als het my doenlyk was, en ik leyde eenige kuyt greynen, anders eyeren geseyt, die ik uyt ofte van de kuyt van een Haring hadde genomen, daar nevens, als wanneer het my naakt bleekGa naar voetnoot45), dat de geseyde ronde deelen, die ik uyt de maag en darmen hadde genomen, kuyt greynen waren, waar uyt ik besluyten most, dat de Haringen, die als danGa naar voetnoot46) in de Zuyder Zee, in een over groote menigte gevangen werden, ja wel zoodanig, dat men niet en weet, waar dat men daar mede blyven zal, dan uyt gebrek van voetsel, haar eyge Eyeren, tot spijs gebruyken. Ga naar margenoot+Wyders heb ik uyt twee distincte Haringen, uyt der zelver holligheden van de buyk, gehaalt, yder een wit Wormke, dat ontrent van de dikte was als een Paarde hair isGa naar voetnoot47), loopende voor en agter, en wel meest aan de staart, spits toe, welke zoort van Wormkens ik in verscheyde Vissen hare magen, en darmen hebbe ontdektGa naar voetnoot48). | ||||||
When we now see that the Herring has so little food in its stomach and intestines and yet grows very fat, which (I think) is due to plenty of food, we must conclude that there are more animalcules or little fishes in the Sea than we could ever have conceived, and so we need not wonder that the Herring is caught now in one part of the Sea, now in another, now in shallow places, now in the depth of the Sea, according to the place where the little fishes serving as their food live, and that here the proverb applies: ‘wheresoever the carcase is, there will the Eagles be gathered together’Ga naar voetnoot16). Ga naar margenoot+When on the last day of March fresh Herring was again offered for sale, I again dissected sundry Herrings and also saw that their liver had at least the same size as compared with other Fishes, which were also provided with a gall-bladderGa naar voetnoot17). These Herrings had come to the point where many of them had already lost their roe and milt. When I examined the Chyle, both from the stomach and from the instestines, I could perceive no other change but that in the stomachs and intestines of some of them I detected round particles, which I took to be roe of fish, the more so since, when I had broken to pieces the membrane of those round particles, which was exceedingly firm, I saw that the substance inside consisted of a liquid mixed with larger and smaller round globulesGa naar voetnoot18). Next I took various of these globules, which I separated from the Chyle as well as I could, and I laid beside them some grains of roe, or in other words: eggs, which I had taken from or off the roe of a Herring, and then it became plain to me that the said round particles which I had taken out of the stomach and the instestines were grains of roe, from which I concluded that the Herrings which are then being caught in the Zuyder Zee in exceedingly large numbers, nay, so large that people don't know what to do with them, feed on their own Eggs because of shortage of food. Ga naar margenoot+Further, from each of the cavities of the bellies of two separate Herrings I took a little white Worm, which had about the thickness of a HorsehairGa naar voetnoot19), tapering in front and behind, and especially at the tail; I detected Worms of this sort in the stomachs and intestines of various FishesGa naar voetnoot20). | ||||||
Dese Wormkens beeld ik my in, om dat deselve zeer hart van lighaam zyn, datGa naar voetnoot49) door de maag of darmen zyn door geboort, ende alsoo tot in de holligheyt van de buyk zyn gekomen. Dit door de darm booren van een verhaalt wormke, tot in de holligheyt van de buyk, zal eenigeGa naar voetnoot50) wel wat vreemt voortkomen, om dat ze niet en konnen begrijpen, hoe een wonde in de darm door het wormke verwekt, kan gemaakt werden, zonder dat de Chyl door die wonde tot in de holligheyt van de buyk loopt. Ga naar margenoot+Dog als wy gedenken, dat het hooft van zoodanige wormkens hoe wel het redelijk spits is toe loopende, in het door booren van de darm met zeer weynig of geen quetsinge komt te geschiedeGa naar voetnoot51), om dat het hooft, ofte ook het lighaam niet scherp snydig zyn, en dus de vaatgens door de door booring van malkanderen komen te wijken, en kort na de door booring weder komen toe te sluytenGa naar voetnoot52). Ga naar margenoot+Dese mijne verhaalde reden Kavelinge tegen zeker Heer op lossendeGa naar voetnoot53), verhaaltGa naar voetnoot54) my, dat hy op zyn plaats een Hoender-hok met Hoenderen heeft, dien hy hout om Eyeren te leggen, ende dat zyn Dienst-MeyssensGa naar voetnoot15) gewoon zyn het zand ofte de vuyle stoffe, die ze van de Kamers komen op te vegen, in het Hoender-hok werpen, zonder dat ze de spelden die onder de opgevegen stoffe lagen daar uyt zoeken. De Hoenderen nu in het hok altijts op geslooten blyvende, en niet konnende bekomen eenige keytgens of steentgens, die ze gewoon zyn te eeten, eeten de spelden op; Dese Hoenderen, is men gewoon tegen de Winter te dooden. Dien Heer heeft niet alleen (maar zelfs zyn geheele Huys-gesin, de Dienst-booden daar onder begrepen) gesien, in het ontledigen en voort dienenGa naar voetnoot55) dat verscheyde spelden in 't borst-vlees van de Hoenderen staaken, maar heeft ook bevonden, dat een spelt van uyt de holligheyd des lighaams dwars door het borst-been heen stak, en een ander spelt, hing aan het benedenste van de borst met de punct geheel uyt het vel, zoo dat de kop daar van tusschen vel en vlees was stekende. Mede lagen twee spelden in 't midden van 't maag-vlees, die door het maag-vlies (daarGa naar voetnoot56)) nog meer spelden by het eeten lagen) waren gepasseert, de welke apparent in geval het Hoen in 't leven was gebleven, mede op d'een of d'andere plaats zoude door gedrongen hebben. Dit zoo zijnde, zoo en hebben wy ons niet te verwonderen, hoe dat een Wormke, niet alleen tot in de holligheyt van de buyk kan door booren, maar ook tot in andere deelen van het lighaam kan in dringen. Ga naar margenoot+Op den 14. April quamen tot ons weder Haringen op de marct, als wanneer ik zag, dat tusschen de haringen veel kuyt lag, zoo dat ik vast stelde, dat als doen de tijd was, dat de meeste Haringen haar kuyt schootenGa naar voetnoot11). | ||||||
I think, because their bodies are very hard, that these little Worms had penetrated into the stomach or the intestines and had thus reached the cavity of the belly. This penetration of the said worm through the intestine into the cavity of the belly will probably appear a bit strange to some people, because they cannot understand how a wound can be caused by the worm in the intestine without the Chyle flowing trough that wound into the cavity of the belly. Ga naar margenoot+But we must bear in mind that the head of such worms, though it has a rather sharp point, in penetrating the intestine causes very little or no injury to it because the head or the body has no sharp edges, so that the little vessels will be dilated through the penetration and shortly after the penetration will be closed againGa naar voetnoot21). Ga naar margenoot+When I explained this my Argumentation to a certain Gentleman, the latter told me that he has on his premises a Hen-coop with Chickens, which he keeps for the sake of the Eggs, and that his Maid-servants are wont to throw the sand or the dirt they sweep up from the Rooms into the Hen-coop, without sorting out the pins that lie among the dust swept up. Now since the Chickens always remain cooped up in the hen-coop and are not able to get any pebbles or stones, which they are wont to eat, they devour the pins. It is the custom to kill these Chickens by the Winter. Not this Gentleman alone, but even his whole Family, including the Maid-servants, saw, when the Chickens were carved and served, that several pins stuck in the flesh of their breast, but he also found that one pin stuck from the cavity of the body right through the breast-bone, and another pin hung down at the lower end of the breast with the point protruding completely out of the skin, so that its head stuck between the skin and the flesh. Furthermore two pins stuck in the middle of the flesh of the stomach; they had penetrated through the membrane of the stomach (where even more pins were mixed with the food) and they would evidently also have penetrated in one place or another if the Chicken had remained alive. This being so, we need not wonder that a little Worm can penetrate not only into the cavity of the belly, but also into other parts of the body. Ga naar margenoot+On the 14th of April again Herring came into the market here, and then I saw that there was a good deal of roe among the Herrings, so that I assumed it to be certain that this was the time when most of the Herrings spawned. | ||||||
Ik nam op nieuw verscheyde Haringen, en oordeelde uyt der zelver ingewanden dat deselvige langer uyt het water hadde geweest, als de Haringen hier vooren by my ondersogtGa naar voetnoot57), en zag nog een Dierke, dat ik uyt de darm hadde gehaalt, leven. Vorders haalden ik uyt de darm niet verre van de uytgang, verscheyde kuyt greynen, anders Eyeren van de Haring, ende dat uyt Mannekens Haring, en welke Haring nog zyn volkome Mannelijk zaad by hem haddeGa naar voetnoot44). Hier uyt bleek my al weder dat de schors, ofte bast van de Eyeren, anders kuyt greynen geseyt, zoo stark waren, dat deselve nog in de maag, nog darmen, en konde verbryselt werden. Als ook mede vond ik verscheyde deelen in dese darm, die van geen bewegent Schepsel af quamen, als een zeer kleyn stukje van een bies, of liesagtig gewas, welk deeltge holagtig was, en aan het welke ik zeer klaar konde bekennen, de pori of pijpjens, waar uyt het zelvige was te samen gestelt, als mede zeer kleyne platte deeltgens, die mede uyt te samen gevoegde pijpjens waren gemaaktGa naar voetnoot58), en daar en boven verscheyde lange dunne deeltgens, welkers maaksel niet en was te bekennen, om dat het ligt daar niet en konde door gaan, en onder andere zag ik een Slakhuysje,Ga naar margenoot+ dat niet grooter was, als een zandGa naar voetnoot59) is, en welkers omme kring, ofte rond, in agt deelen of ledekens was verdeelt. Dese agt ledekens maakten een ende een halve ommetrek uyt, en welk slaks gewijse hoorntge, zoo teer van schulpje nog was, dat het met het weg wasemen van de vogt, de nette figuur, die het hadde gehad, gansch verloorGa naar voetnoot60). Hier bleek my dat den Haring niet alleen op kleyne visjens, ende der zelverGa naar voetnoot61) eyge kuyt, aasde, maar ook al dat hem voor komt, in tijde van gebrek van voetsel, na der zelver maag zend. Ga naar margenoot+Ik hebbe ook veel malen hooren zeggen, dat de Vis, Steur genaamt, van water en wint, is levende, aan welk zeggen, ik mede gansch geen geloof konde geven, dier halven nam ik voor, de eerste Stuur (die selden op onse marct komtGa naar voetnoot62)) te koopen, om was het doenlijk te zien, wat deselvige tot spijs gebruykte, en alsoo nu in de Na-Zomer, een levende Steur, die niet wel twee voetGa naar voetnoot63) lang was, te koop quam, kogt ik die alleen, om te zien wat deselvige in de maag hadde, en zag dat in het zelvige | ||||||
I again took various Herrings and concluded from their intestines that they had been out of the water longer than the Herrings previously examined by me, and I saw that one Animalcule, which I had taken out of the intestine, was still aliveGa naar voetnoot22). Further I took from the instestine, not far from the vent, sundry grains of roe, or in other words: Eggs of the Herring, and this from a Male Herring, which was still filled completely with its Male spermGa naar voetnoot18). From this it again appeared to me that the bark or rind of the Eggs, in other words: grains of roe, was so firm that it could not be crushed either in the stomach or in the intestines. Further I also found in this intestine divers parts that did not originate from a moving Creature, such as a tiny piece of a bulrush or kind of floating grass, which little part was hollowish and on which I could distinguish very clearly the pores or little tubes of which it was composedGa naar voetnoot23), and also very minute flat parts, which also consisted of joined tubes, and moreover various long thin elements whose form could not be distinguished because the light could not penetrate through them.Ga naar margenoot+ And among other things I saw a Snail-shell no bigger than a grain of sandGa naar voetnoot24), whose round circumference was divided into eight parts or sections. These eight sections made up one and a half circumference, and the spiral conch consisted of so delicate a shell that when the liquid had evaporated, it lost entirely the accurate shape it first hadGa naar voetnoot25). From this it appeared to me that the Herring feeds not only on little fishes, but also on its own roe, but in times of shortage of food also conveys to its stomach anything it comes across. Ga naar margenoot+I have also frequently heard it said that the Fish called SturgeonGa naar voetnoot26) feeds on water and wind, a statement to which I could not give any credence at all. I therefore resolved to buy the first Sturgeon (which rarely appears in our market) so as to see, if possible, what sort of food it took, and since in the Late Summer a living Sturgeon, not quite two feetGa naar voetnoot27) long, was offered for sale, I bought it for the sole purpose of seeing what its stomach contained, and saw in it many pieces of | ||||||
was veel stukjens van Garnaad, zonder dat ik lust hadde, eenige verdere ondersoek te doen, als tot mijn genoegen voldaan zijndeGa naar voetnoot64) (gelijk ook by my vast stond) dat yder Schepsel, zal het in groote toe nemen, voetsel moet gebruyken, en dat nog in water, nog in lugt, zoo veel voetsel is, als tot groot makinge van lighamen als die van Haring, ofte Steur zijn, vereyst werd. Ga naar margenoot+Zien wy nu dat de kleyne Vissen, en voornamentlijk den Haring, die op eene tijd zoo weynig voetsel is gebruykende, dat de Gemene Man oordeelt, om dat der selver magen niet en zijn op geswollen, van de spijs, gelijk men in andere Vissen komt te sien, dat ze geen spijs om zoo te spreken zijn gebruykende, en egterGa naar voetnoot32) zoo vet werd, ende dat in tegendeel de Cabbeljaeuw, Lengen, enz: op eene tijdGa naar voetnoot65) wel zes gemene Schulp-VissenGa naar voetnoot66), in hare magen zijn hebbende, en nogtans geen vetdeelen tusschen der selver vis-deelen nog ontrent der selver ingewande (de lever aan een zijde gesteltGa naar voetnoot67)) zijn hebbendeGa naar voetnoot68). Wat konnen wy (onder verbetering) anders besluyten, als dat zoodanige Vissen, met geen aderen anders vaaten geseyt, en zijn versien, die het vet van de verbryselde spijs, uyt de maag of darmen, konnen over nemen, veel min dat 'er vetvaaten tussen de vis-deelen zijn. De Cabbeljaauw, Schelvis, enz:Ga naar voetnoot69) met geen vaaten versien zijnde, die eenige vet-deelen konnen over voeren, en nogtans overvloet van voetsel konnende bejagen, gaat zoo veel voetsel tot hare vis-deelen over, dat der selver vis zoo hard en zoo droog is, te weten in de tijd dat hare kuyt en hom weynig in groote zijn toe nemende, dat in 't Zomer saysoen is, dat se daar door onsmakelijk op onse tonge is, waar uyt men dan komt te seggen dat ze ontydigGa naar voetnoot70) zijn, daarGa naar voetnoot36) men in tegendeel met meerder redenen soude konnen seggen ze zijn al te gevoet, of ze hebben al te veel voetsel, want als de geseyde Vissen, in die staat zijn dat hare hommen en kuyten, merkelijkGa naar voetnoot71) in groote beginnen toe te nemen, ende ook alsoo groot geworden zijn, dat het eenige weynig weken moet lijden eer de kuyt en hom geschoten werd, zoo gaat als dan zoo veel voetsel tot de hom en kuyt over, dat de vis-deelen van hare voorgaande hardigheden vermindertGa naar voetnoot72), en ons dan smakelyk op onse tonge is, en dus zeer tijdigGa naar voetnoot70) geoordeelt werd. Dog wanneer ze weder hare hom en kuyt schieten, zoo werd zoo veel voetsame stoffe tot de hom en kuyt vereist, dat de vis deelen gebrek van voetsel lijde, daar door dan de Vis zagt en onsmakelyk is. | ||||||
Shrimp. But I did not care to make any further search, since I was already sufficiently certain (as I had always held) that every Creature, if it is to grow in size, has to take food and that neither in water nor in air is there as much food as is required for the growth of bodies like those of the Herring or the Sturgeon. Ga naar margenoot+If we now see that the little Fishes, and especially the Herring, which takes so little food at a time that Ordinary People think that, because their stomachs are not swollen with food, as is seen in other Fishes, they as it were do not take food and yet grow so fat, whereas Cod, Ling, etc. have as many as six common Shell-Fishes in their stomach at a time and yet have no fat particles either among their fishy parts or adhering to their intestines (except the liver), what else can we conclude (subject to correction) but that such Fishes are destitute of veins or in other words: vessels which can receive the fat out of the crushed food from the stomach or intestines, and even less that there are fat vessels among the fishy parts? In the Cod, Haddock, etc., which are not provided with vessels that can transport some fat particles and yet are able to get plenty of food, so much food is converted into their fishy parts that their flesh is so hard and so dry, to wit at the time when their roe and milt do not grow much in size, which is in the Summer season, that in consequence it is unpalatable to us, for which reason they are then said to be unseasonable, whereas it might be said with better reason that they are too well-fed or have taken too much food, for when the said Fishes are in the condition where their milts and roes are beginning to increase considerably in size and have grown so large that in a few weeks spawning will take place, so much food is converted into the milt and roe that the fishy parts become less stiff and are then palatable to us, so that they are considered to be seasonsable. But when they spawn, so much food is required for the milt and roe that the fishy parts are destitute of food, as a result of which the Fish then becomes soft and unsavouryGa naar voetnoot28). | ||||||
Ga naar margenoot+Gelyk nu de verhaalde groote Vissen van hare kleynder Vissen leven en groot werden, zoo heb ik in gedagten genomen, of niet wel de kleyne visjens als jonge Cabbeljaauwen, Schelvissen, enz. zoo als die uyt de kuyt greynen zijn voortgekomen, of beter geseyt, haar eerste grootmakinge uyt de kuyt hebben ontfangen, tot haar verdere eerste voetsel niet en gebruykte, de uytstekende kleyne visjensGa naar voetnoot73), die in een onbegrypelyk groot getal in alle wateren gevonden werden, ja zelfs die zoo kleyn zyn, dat eenige milioenen te samen, de groote van geen grof zandGa naar voetnoot74) en konnen op halen. Want als wy onse oogen laten gaan op de zeer kleyne visjens die maar eenige dagen of weken oud zyn, en welke voortgekomen zyn uyt de kuyt greynen van Baars, Voorn, Snoek, enz. hoe datGa naar voetnoot75) zoodanige visjens altyd als wy die komen te sien, zeer langsaam tegen de stroom op swemmen, om dus te beter de zeer uyt nemende kleyne visjens hier vooren verhaaltGa naar voetnoot76), die met de stroom voort gedreven werdenGa naar voetnoot77), haarGa naar voetnoot78) in 't gemoet swemmen, om alsoo deselve des te beter te konnen op vangenGa naar voetnoot79), en tot voetsel en verdere grootmakinge te verstrekkenGa naar voetnoot80), zoodanig, dat ze andere en grooter voetsel konnen na jagenGa naar voetnoot81). Want als wy agt nemen op de ongemene groote Oogen waar mede de zeer kleyne visjens, uyt de laatst geseyde kuyt greynen voortgekomen zijnde, zyn versien, die boven andere deelen van hare lighamen in groote uytsteken, souden wy ons dan ook niet wel mogen te binnen brengenGa naar voetnoot82), dat deselvige zoodanig in den eerste beginneGa naar voetnoot83) gemaakt zyn, op dat ze des te beter haar aas zoude konnen op vangen?Ga naar voetnoot84) Hier heeft UE. Wel Edele Gestrengen Heere eenige van mijne aantekeninge, waar van ik over weynige weken geleden, ten deele met UE. Wel Ed. Gestrengen Heere was sprekende, waar uyt ons al weder blijkt, dat de Gemene Man in veele zaken komt te dwalen. Ik zal onder des blyven. enz.
A. van Leeuwenhoek. | ||||||
Ga naar margenoot+Since therefore the said large Fishes feed and grow on smaller Fishes, I considered whether the small fishes, such as young Cod, Haddock, etc., in the form in which they have come forth out of the grains of roe, or rather have received their first growth from the roe, did not use as their further first food those extremely small fishesGa naar voetnoot29) which are found in incredibly large numbers in all waters, nay, which even are so small that some millions of them together cannot equal the size of a coarse grain of sandGa naar voetnoot30). For when we cast a look at the tiny fishes which are only a few days or weeks old and which have come forth out of the grains of roe of Perch, Roach, Pike, etc., we see that such fishes, whenever we see them, swim very slowly against the current, in order that they may thus the better catch the aforesaid extremely small fishes which, being taken along by the current, swim towards them and may use them as food and for their further growth until they are able to catch other and bigger foodGa naar voetnoot31). For if we pay attention to the uncommonly big Eyes with which the tiny fishes that have come forth out of the above-mentioned grains of roe are provided, which exceed in size the other parts of their bodies, ought we not to assume that they were made so large from the beginningGa naar voetnoot32) in order that they might the better catch their food?Ga naar voetnoot33) Here, Right Honourable Sir, you have some of my notes, about some of which I was talking with Your Honour a few weeks ago, from which it again appears to us that Ordinary People are apt to err in many matters. Meanwhile I remain, etc.
A. van Leeuwenhoek. |
|