Plaat II
Table II
Fig. I. (L. 1). Dwarsdoorsnede van compactbeen, gezet op een naald (EFG). (± 150 ×) - Brief 90[49], blz. 20, 24 en 26.
Fig. II. (L. 2). Stukje been van fig. I op nat. grootte. - l.c., blz. 24.
Fig. 1. (L. 1). Cross-section of compact bone, fitted on a needle (EFG). (± 150 ×) - Letter 90[49], p. 21, 25 and 27.
Fig. II. (L. 2). Piece of bone of fig. I on natural size. - l.c., p. 25.
Afb. 4. Compacta van een pijpbeen. (40 ×) a. periostresten, b en e. ‘Einfaltungskanäle’ in verschillende stadia van ontwikkeling, f. kanalen van Volkmann, g. osteonen met kanalen van Havers, g'. zeer jonge osteonen. De in grote hoeveelheid aanwezige zwarte stipjes zijn osteocyten (beencellen). - Uit: W.v. Möllendorff, Handbuch der mikroskopischen Anatomie des Menschen. Dl. 2 (2). 1930. - Brief 90[49], blz. 22-30.
Ill. 4. Compacta of a cancellated bone. (40 ×) a. remains of periost, b and e. ‘Einfaltungskanäle’ in different stages of development, f. Volkmanncanals, g. osteons with Haversian canals, g'. very young osteons. The manyfold black dots are osteocytes. - From: W.v. Möllendorff, Handbuch der mikroskopischen Anatomie des Menschen. Vol. 2 (2). 1930. - Letter 90[49], p. 23-31.